De onzekere marktsituatie in de divisies Verkeer&Vervoer en Industrie&Productie dwingen Heijmans tot ingrepen. In totaal 280 arbeidsplaatsen zullen dit jaar verdwijnen, waarbij een aanzienlijk deel gedwongen ontslagen zal zijn. Bij Heijmans werkten vorig jaar gemiddeld ruim 9500 mensen.

De problemen doen zich vooral voor in de wegenbouw. De terugloop in opdrachten is voor een belangrijk deel het gevolg van „het geschade vertrouwen tussen bouwbedrijven en opdrachtgevers” naar aanleiding van de parlementaire enquête bouwnijverheid.

De parlementaire enquête heeft opdrachtgevers, en dan vooral de lagere overheden, in de kramp doen schieten. Van die kant is sprake van „een uitblijvend orderaanbod”, met een sterke prijsdruk als gevolg. Projecten kunnen vaak niet meer tegen kostprijs worden uitgevoerd en Heijmans weet niet of die situatie dit jaar zal verbeteren.

De Rosmalense aannemer is voor 80 procent van de wegenbouwomzet afhankelijk van kleine en regionale projecten. Om kosten en opbrengsten meer met elkaar in evenwicht te brengen, schrapt Heijmans vooral bij de wegenbouwactiviteiten in het noorden en oosten banen. Circa 200 van de 3000 medewerkers in vaste dienst moeten verdwijnen. Gedwongen ontslagen zijn onvermijdelijk en Heijmans overlegt al met de bonden over een sociaal plan.

Soortgelijke gesprekken vinden ook plaats voor de staalbouw. In die sector is al langere tijd sprake van overcapaciteit en concurrentie uit lagelonenlanden. Heijmans gooit nu, na eerdere ingrepen, de handdoek in de ring. De staalbouw wordt ontmanteld; de tachtig medewerkers komen op straat te staan.

CNV Bedrijvenbond vindt het schrappen van 280 banen „een brug te ver.” De vakbond wil dat de onderneming overtollige werknemers van staalbouw en infratechniek „op zijn minst” begeleidt naar ander werk. Volgens het CNV vallen de ontslagen bij infratechniek vooral in de noordelijke provincies.