De risico’s van machtsdrift
„Ik vraag me af of afzien van economische groei, zoals de “economie van het genoeg” in grote lijnen voorstaat, wenselijk is. Zelf zie ik meer in selectieve economische groei. Waar het om gaat, is een op duurzaamheid gerichte economie, waarin milieu en armoede de aandacht hebben. Op 11 september is wel gebleken dat de machtsdrift, de zonde van het kapitalisme, risico’s oplevert. Nodig is een dialoog tussen hen die op de ene wereld met elkaar moeten leven." Prof. dr. J. J. Graafland pleitte daar woensdagavond voor in een lezing voor het Utrechtse CSFR-dispuut Sola Scriptura.
Dr. Graafland, bijzonder hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan de Katholieke Universiteit Brabant, ziet groei, ook economische, als een in de schepping gelegde ontwikkelingsmogelijkheid. „Groei is een gave van God. Bovendien heeft de mens behoefte aan variatie. In de economie gaat het niet alleen om meer, maar ook om andere producten. Te veel herverdeling kan ook contraproductieve krachten in beweging zetten." Graafland constateerde overigens dat het accent bij de hoogleraren B. Goudzwaard en H. M. de Lange, de grote pleitbezorgers van de economie van het genoeg, genuanceerder lag dan tevreden zijn met het niet groeien van de economie. „Rijken moeten accepteren dat genoeg genoeg is, want de armen hebben recht op genoeg."
Ten aanzien van de toekomst toonde prof. Graafland zich niet optimistisch. „Ik ben vooralsnog niet positief gestemd over de mogelijkheid dat de toenemende sociale en ecologische problemen met de economische belangen in balans gebracht zullen worden. Misschien lukt het ook wel. Een christen heeft echter een derde perspectief, en wel dat de Heere terugkomt. Dat is een reële optie. In een economisch model kun je daar niet mee werken. Het is een scenario van een totaal andere orde. Voor mij als christen is het echter wel een troost dat alles in Zijn hand is en Hij een nieuwe schepping zal maken. Vanuit mijn calvinistische achtergrond ben ik niet zo optimistisch over de menselijke vermogens om werkelijk het goede op aarde te creëren."
Graafland ziet een opvallend verschil tussen de bijbelse tijden en nu. „Toen moest men de cultuur bewaken tegen de natuur. Je leest weinig over bescherming van de natuur. Nu zijn de verhoudingen omgekeerd. Wij moeten de natuur tegen de cultuur beschermen. Dat we de zee niet alleen kúnnen leegvissen, maar het ook doen, bedreigt ons leefmilieu."
Radicaliteit
In de bespreking werd opgemerkt dat Graaflands visie dat er een gedeelde verantwoordelijkheid van producenten en consumenten is, radicaliteit in de weg leek te staan. „Radicaliteit begint bij jezelf", reageerde prof. Graafland. „Ik ben erg beducht voor de indruk dat de een alles goed of fout doet en de ander omgekeerd. Een volk krijgt het bedrijfsleven dat het verdient. Als consumenten niet meer willen betalen voor Shell pura en Max Havelaarkoffie, houdt het voor een bedrijf toch op."
Uit interviews die Graafland had afgenomen met christelijke ondernemers, bleek dat zij de ervaring hadden dat het vrijwel onmogelijk is om schone handen te houden. „Toch hadden zij niet echt een schuldgevoel. Het werd als onvermijdelijk ervaren. Ik proefde wel gevoelens van tekortkoming en bescheidenheid. Iemand bracht het op de noemer van: Genade maakt mijn leven leefbaar."