Geen titel
Neem angst voor dieren als thema voor een prentenboek, wat wordt dan de plot? Als je twee genieën in het vak –dat zijn Tjibbe Veldkamp en Philip Hopman– bij elkaar zet, dit: een bange vader die van zijn fobie afkomt als hij ontdekt dat de fauteuil waarin hij zit een ijsbeer is, die hem helemaal geen kwaad heeft gedaan. Het boek verscheen vijftien jaar geleden voor het eerst; deze uitgave heeft een aangepaste tekst en nieuwe illustraties.
Zoontje Tom in ”Temmer Tom” is het zat dat zijn vader nooit komt kijken naar de voorstellingen die hij geeft met slakken en eekhoorns. Hij gaat naar de Duizend Dierenwinkel en vraagt om een dier dat nog getemd moet worden. „Ik dacht aan een ijsbeer.” In een uiterst hoekje van de overvolle dierenzaak kijkt een witte beer door de deuren van een koelcel (!).Tom temt het dier in het park (prachtig perspectief: een overzichtsplaat met op de achtergrond de beer, Tom en zijn zweepje) en ’s avonds staat er een nieuwe, witte stoel in huis. „Hij is wel harig”, zegt Toms vader. De volgende dag haalt Tom veel meer dieren op. „Die middag stond het huis vol nieuwe spullen. De voorstelling was begonnen”, is de enige tekst bij een grote zoekplaat van de inrichting. Drie nijlpaarden vormen een bank, flamingo’s hangen als gordijnen voor de ramen, enzovoort. Ontzettend knap geïllustreerd!
Als Toms vader dat doorheeft, vliegt hij naarbuiten, waar hij al tijden niet is geweest. „Binnen waren dieren. En ze deden niks!”
De tekst in ”Temmer Tom” is summier en toch mist er niets. De platen doen de rest.
Temmer Tom, Tjibbe Veldkamp en Philip Hopman
uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2010; ISBN 978 90 477 0241 2; 32 blz., € 14,95.