Consument

Dragen in doek wint terrein

In de meeste niet-westerse landen is het dragen van een baby in een doek heel gewoon. Ook in Nederland wint de draagdoek terrein. En niet alleen onder moeders met geiten­wollen sokken.

tekst Mariska Dijkstra-Wolters
11 February 2010 16:00Gewijzigd op 14 November 2020 09:51

De internetbedrijfjes die draagdoeken aanbieden schieten als paddenstoelen uit de grond. Hippe doeken in felle kleuren, maar ook exemplaren met Afrikaanse stoffen: je kunt ze er allemaal vinden.Dragen is in. En volgens Marjolein Burgwal uit Culemborg niet zonder reden. Sinds ze drie cursussen heeft afgerond mag ze zich van de Vereniging van Draagdoekconsulenten (VDC) officieel draagdoek­consulent noemen. En sinds ze op oudjaarsdag weer moeder is geworden, brengt ze haar kennis direct in praktijk.

Dat levert haar vele opmerkingen op. Vandaag nog, toen in de supermarkt een oudere dame vroeg of de baby niet te strak zat. „Dat vind ik leuk, mensen die zulke vragen stellen. Dan kan ik meteen uitleggen dat m’n dochter inderdaad strak in de doek zit, maar dat haar ruggetje hierdoor goed ondersteund is. En dat ze die begrenzing juist erg waardeert.”

Haar enthousiasme over de draagdoek steekt ze niet onder stoelen of banken. „Een kindje hoort de eerste tijd nog helemaal bij z’n moeder. Net als apen en kangoeroes hebben mensenbaby’s duidelijke reflexen die erop wijzen dat het dragen natuurlijk gedrag is. In Afrika weten ze dat al heel lang, maar in de westerse wereld zijn we die gedachte lange tijd kwijt geweest.”

Saskia van Rees van stichting Lichaamstaal ziet dat in Nederland ook veel vaders enthousiast over de draagdoek zijn. „Zij zijn blij dat ze de baby nu ook heel dichtbij kunnen ervaren. Voordeel is dat zij bovendien de kracht hebben het kindje langer te dragen, ook als het een peuter wordt.”

Onderzoeken wijzen volgens haar duidelijk aan dat dragen de hechting tussen baby en drager bevordert. „Er komt tijdens het dragen een stofje vrij, oxytocine, dat een geluksgevoel geeft.” Canadees onderzoek dat op de site van stichting Lichaamstaal staat beschreven, toont bovendien aan dat kinderen die enkele uren per dag in een draagdoek zitten duidelijk minder huilen dan andere kinderen.

Besluiten om een draagdoek aan te gaan schaffen is één. Er uit de vele soorten daadwerkelijk eentje kiezen, gaat een stap verder. Daarom geeft Burgwal drie criteria waaraan een doek in ieder geval moet voldoen. Zo moet het mogelijk zijn dat knietjes van de baby hoger dan de billetjes komen te liggen en dat de beentjes in een spreidpositie zitten. „Dat is ergonomisch gezien de beste en meest natuurlijke houding voor een baby.” Bij een draagzak als de Babybjörn kan dat niet. Daarom raadt ze deze „vanwege goede marketing populaire drager” dan ook niet aan.

Verder is het van belang dat het ruggetje van de baby goed wordt ondersteund. Dat zal het beste lukken met een geweven doek vanaf zo’n 4,6 meter. De hippe doeken met grote prints die ook de komende week op de Negenmaandenbeurs verkocht zullen worden, zijn volgens Burgwal vooral geschikt voor heel jonge baby’s. „Ze zijn gemaakt van rekbare stof. Dat is handig, voor even. Maar als de baby te zwaar wordt, is er kans dat de stof gaat uitzakken. Dan geeft-ie geen steun meer. Het op de rug dragen met deze doek raden wij als consulentes af.”

Niet het minst moet de doek voor zowel drager als kindje lekker zitten. „En dat is een kwestie van uitproberen. Veel internetbedrijfjes geven de mogelijkheid de doeken te komen passen. Ook bij veel draagdoekconsulenten is uitproberen mogelijk. Ik geef zelf ook consulten, vooral over hoe je een doek op de juiste manier gebruikt, dus wanneer die eenmaal is aangeschaft. Het duurt vaak zo’n anderhalf uur voordat een moeder het knopen van een doek goed onder de knie heeft. De kosten liggen bij veel consulenten tussen de 40 en de 50 euro.”

Met de meeste doeken kunnen vaders en moeders kiezen hoe ze hun kindje dragen: op de buik, op hun rug of op de heup. Vooral jonge kindjes kun je volgens Burgwal het beste rechtop tegen je buik aan leggen. „Dan hoort de baby je hartslag en kun je gezellig met hem ‘praten’. Een kleine baby moet je zo op z’n voorhoofdje kunnen kussen. Het op de rug dragen komt in zicht wanneer het kind zijn nekje stabiel kan houden. Veiliger voor als je bijvoorbeeld wilt gaan koken. Je hebt je kindje lekker dichtbij en kunt ondertussen aardappels afgieten.”

www.draagdoekconsulenten.nl en www.stichting­lichaamstaal.nl


In soorten en maten

Draagdoeken zijn er in soorten en maten. Enkele bekende categorieën op een rij.

knoopdoek: doek om zelf te knopen van geweven of rekbare stof;

slendang: Indonesische doek die over één schouder wordt gedragen;

ringsling: draagdoek met twee ringen eraan om de doek te kunnen verstellen;

mei tai: Aziatische vierkante lap met aan elke hoek een band;

torsodrager: rechthoekig stuk stof die je rond je romp wikkelt en omrolt, vastknoopt of vastgespt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer