Nepalese regering en rebellen laten krijgsgevangenen gaan
Na zeven jaar van bittere strijd zijn de Nepalese regering en de maostische rebellen overeengekomen alle krijgsgevangenen vrij te laten. Onderhandelaars van beide partijen maakten dit donderdag bekend. Het besluit is genomen in het kader van een overeenkomst die de weg moet plaveien voor verder vredesoverleg.
„Zowel de regering als de maosten hebben ermee ingestemd de gevangenen vrij te laten en zich te onthouden van ontvoering of arrestatie van leden van de andere partij”, zei regeringsonderhandelaar Naranyan Singh Pun op een gezamenlijke persconferentie met een van de belangrijkste rebellenleiders, Krishna Bahadur Mahara.
De onderhandelaars zeiden dat een 22 punten tellend plan overeen is gekomen dat vertrouwen tussen beide partijen moet wekken. Wanneer het vredesoverleg daadwerkelijk zal aanvangen wilden zij echter niet zeggen. Mahara kondigde aan dat de tweede man en de belangrijkste onderhandelaar van de rebellen, Baburam Bhattarai, binnen een week in het openbaar zal verschijnen.
De rebellen begonnen hun opstand in 1996 met als doel de afschaffing van de constitutionele monarchie en de vestiging van een communistische staat in de geest van wijlen de Chinese leider Mao Zedong. De partijen kwamen in januari een staakt-het-vuren overeen. Daarvoor had hun strijd ten minste zevenduizend mensen het leven gekost.
Mahara zei dat de rebellen opdracht hadden gegeven al hun gevangenen vrij te laten. Hij weigerde te zeggen om hoeveel mensen het gaat. Het regeringsleger en de politie namen sinds de afkondiging van een noodtoestand in november 2001 honderden personen gevangen die werden verdacht van hulp aan of sympathie voor de maosten.
De vertrouwenwekkende maatregelen bestaan onder meer uit de gevangenenvrijlating, een wederzijde beloftse aan een vreedzame oplossing van het conflict te werken door middel van dialoog en een belofte zich te onthouden van negatieve commentaren in de media.
De rebellen stemden in januari in met een staakt-het-vuren nadat de regering verscheiden concessies had gedaan. Zo werd toegezegd de rebellen niet langer „terrorist” te noemen, een prijs op het hoofd van rebellenleiders in te trekken en een arrestatiebevel bij Interpol te schrappen.