Binnenvaart en Huizinga betreuren NMa–besluit
ROTTERDAM (ANP) – Het Crisisberaad Binnenvaart is diep teleurgesteld over de beslissing van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) om binnenvaartschippers niet toe te staan afspraken te maken over het uit de vaart nemen van capaciteit. „Dit is onverteerbaar", zei Wim van Sluis woensdag, die leiding geeft aan het crisisberaad van schippers.
Van Sluis: „Men past de regels toe in een grote economische crisis en je moet je afvragen of dat wel de juiste beslissing is". Het beraad ziet wel af van juridische stappen, bij gebrek aan tijd en geld. Staatssecretaris Tineke Huizinga (Verkeer en Waterstaat) is ook teleurgesteld en spreekt van een forse tegenslag. Maar het is geen reden om het bijltje erbij neer te gooien. Nederland wil nu in overleg tussen bedrijfsleven, de Europese Commissie en de EU–lidstaten passende crisismaatregelen onderzoeken.Door de crisis hebben schippers fors minder lading te vervoeren. Daarom bedacht het Crisisberaad in oktober vorig jaar een regeling waarbij binnenvaartschippers afspraken met elkaar zouden maken over het uit de vaart nemen van capaciteit. Daardoor worden schepen beter benut, aldus het Crisisberaad. Het beraad werd opgericht door de belangenorganisaties Kantoor Binnenvaart en Centraal Bureau Rijn– en Binnenvaart (CBRB)
Van Sluis vindt de onderbouwing van de NMa „flinterdun". „We hebben maandenlang laten onderzoeken wat voor effect de oplegregeling zou hebben in de binnenvaart en aangetoond dat daarmee de prijzen niet hoeven te stijgen", zegt Van Sluis. De NMa was echter niet overtuigd. „Wat hier gebeurt, is dat een sector waarin het slecht gaat, wil bepalen dat iedereen die met deze sector te maken heeft, en uiteindelijk alle Nederlanders, moet meebetalen aan het oplossen van de problemen. zo werkt dat niet", aldus voorzitter Pieter Kalbfleisch van de NMa.
Het Crisisberaad ziet dan wel af van juridische stappen, het gaat door met praten over mogelijkheden om de binnenvaart te ondersteunen.t te gooien. Verder zoekt het beraad steun bij de overheid.