Afzonderen
„Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een mens die goed zaad zaaide in zijn akker.”Mattheüs 13:24.
In de oogsttijd zondert men het onkruid van de tarwe af. Men bindt het in schoven bijeen om het dan met vuur te verbranden. Tegelijkertijd verzamelt men het gewas waarin de tarwekorrel zit, in de schuur. Dat brengt Jezus in geestelijke zin over en past het toe op het bedrijf van de engelen als maaiers. Zo zal het ook zijn in de voleinding van de wereld, dan zal dat zo ongeveer toegaan.Eerst verklaart Hij het bedrijf van Zijn engelen omtrent de goddelozen, om dit met korte woorden te zeggen. Er zal in die grote oordeelsdag door Jezus een volkomen zuivering van Zijn Kerk en Koninkrijk plaatsvinden. Hij zal alle mondbelijders en geveinsden, die hier de godzaligen tot ergernis zijn geweest, met alle werkers der ongerechtigheid afscheiden en aan Zijn linkerhand plaatsen. Hier vindt de schifting en scheiding plaats tussen vroom en niet vroom, tussen koren en kaf en tussen tarwe en onkruid.
Deze scheiding vindt plaats door de engelen. Zij zullen hen werpen in de oven van het helse vuur, waar tandengeknars is uit spijt de zalige hemel voor eeuwig te moeten missen. Daar men anders zo blij en vrolijk was in de oogsttijd, zal nu in plaats van blijdschap een groot geween opgaan.
Johannes Barueth,predikant te Dordrecht
(”De predikende en wonderdoende Christus”, 1752)