NAVO wil Nederland langer in Uruzgan
De NAVO wil dat Nederland een jaar langer actief blijft in de Afghaanse provincie Uruzgan om de Afghaanse veiligheidsdiensten daar te trainen. Het officiële verzoek is vorige week overgebracht in een brief van NAVO–baas Anders Fogh Rasmussen aan premier Balkenende, zo melden bronnen in Den Haag.
Het verzoek van de NAVO zet de discussie in het kabinet op scherp. Regeringspartij PvdA wil per se geen nieuwe missie in Uruzgan. Voor CDA–minister Verhagen van Buitenlandse Zaken is de brief van Rasmussen een steun in de rug. De vroegere Deense premier stelt in zijn brief aan Balkenende dat hij hoopt dat Nederland tot augustus 2011 in Uruzgan wil blijven „om de Nederlandse resultaten in Uruzgan veilig te stellen”.De huidige Nederlandse missie in Uruzgan is van topkwaliteit en een voorbeeld voor anderen, stelt Rasmussen ook nog. Hij verwacht van Nederland geen leidende rol meer in Uruzgan, maar vraagt wel om voortzetting van het provinciale reconstructieteam. Het kabinet geleidde het verzoek van de NAVO dinsdag door naar de Kamer, maar vermeldde er niet bij dat het om een jaar en om de provincie Uruzgan ging.
Het kabinet heeft altijd gezegd dat de huidige militaire missie in Uruzgan in augustus eindigt. Maar de vraag wat Nederland daarna nog doet in Afghanistan houdt de coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie verdeeld. Over de inzet van zo’n tachtig trainers zijn de partijen het wel eens, maar de PvdA wil op geen enkele manier met militairen in Uruzgan blijven. Militairen zijn in gevaarlijk gebied wel nodig om de trainers te beschermen.
De ministers Verhagen en Van Middelkoop (ChristenUnie, Defensie) willen het liefst in Uruzgan verder. Maar de PvdA blijft tegen een missie in Uruzgan. PvdA–Tweede Kamerlid Van Dam zei dinsdag, nog voor het uitlekken van het precieze verzoek, dat het direct retour kan als de NAVO vraagt om een langer verblijf met militairen in Uruzgan. De PvdA staat wel open voor trainen op kleine schaal of opleiden van ingenieurs of medisch personeel. Of daar dan ook militairen bij zouden moeten om voor bescherming te zorgen, laat hij over aan Defensie. „Zij moeten bekijken wat verantwoord is”.