De onregelmatigheden bij de dochterbedrijven Disco (Argentinië) en het Amerikaanse US Foodservice vormden voor de raad van commissarissen eerder de druppel die de emmer deed overlopen.

Tot die stelling komt waarnemend Ahold-topman H. de Ruiter, die voordat hij insprong voor Van der Hoeven president-commissaris was van het supermarktconcern. In een vraaggesprek met RTL Z zei De Ruiter gisteren dat het vertrouwen in Van der Hoeven niet door „één trigger of voorval” was geschonden.

Volgens hem was er sprake van een opeenstapeling van zaken. Zo liep de reputatie van Van der Hoeven in de loop van vorig jaar al deuken op door winstwaarschuwingen en onduidelijkheden over de Amerikaanse verslaglegging van de cijfers.

Toen daar de huidige problemen bijkwamen, was voor de raad van commissarissen de maat vol. Na een weekeinde van indringende gesprekken, voorafgaand aan het persbericht van maandag 24 februari waarin Ahold de malversaties meldde, hadden volgens De Ruiter de toenmalige Ahold-bestuurders „het gevoel dat ze het vertrouwen van de financiële markten hadden verloren.” Wat volgde was hun vertrek.

De bekentenis van De Ruiter dat Van der Hoevens imago al een langere periode aan het afbladderen was, is opmerkelijk. De president-commissaris sprak slechts drie maanden geleden nog volmondig zijn vertrouwen uit in Van der Hoeven. De Ahold-topman, wiens positie toen al onder vuur lag van analisten, kreeg van de raad van commissarissen het verzoek nog vijf tot zeven jaar aan te blijven.

De Ruiter bevestigde gisteren verder de indruk dat de onregelmatigheden al langer bekend waren. Volgens hem hadden de problemen rond Disco al twee weken voor 24 februari de aandacht. De vragen rond US Foodservice doemden daarentegen slechts enkele dagen daarvoor op.

Momenteel zijn meer onaangename verrassingen niet aan de orde, aldus De Ruiter. „Op dit moment weet ik niet van een ander probleem.” Dat betekent echter niet dat nieuwe lijken in de kast kunnen worden uitgesloten, benadrukte de interim-topman.