De duivel is de oude slang, die het mensdom heeft verleid. Deze vijand komt hier uit een oude wrok en ingewortelde haat tegen het vrouwenzaad, de Zoon van God, Die gekomen is om de werken van de duivel te verbreken. De duivel komt om het goede gewas in Gods kerk te onderdrukken en te benauwen en daaronder mondbelijders en schijnheiligen te zaaien. Die schijnen uiterlijk wat te zijn en tonen een gedaante van godzaligheid, alsof ze goede tarwe waren. Zij verloochenen echter de kracht der godzaligheid, zij voeden de droggronden van eigen gerechtigheid en de zo gepaste gelegenheid van de slaperigheid en zorgeloosheid van de wachters en opzieners in de kerk.Tot slot verstaat de Heiland onder de oogsttijd het voleindigen van de wereld. Is de zaaitijd het begin van de oprichting van dit Koninkrijk, de oogst is de voleinding van dit Koninkrijk als deze wereld een einde zal nemen. Het aardrijk over welk Christus Zijn kerk heeft uitgestrekt en waar Hij al het goede zaad van de gelovigen door de engelen bijeen laat vergaderen wanneer het getal van de uitverkorenen vol geworden is.

Johannes Barueth,
predikant te Dordrecht
(”De predikende en wonderdoende Christus”, 1752)