Solidariteit en de bankrekening van Arafat
„Als men zich wenst te solidariseren met moordenaars, dan denk ik: Laat dat toch. Als iemand nu moreel wil zijn, wees dan solidair met het enige morele land in die regio.” G. Philip Mok, journalist en oud-columnist van het Nieuw Israelietisch Weekblad, leverde woensdag scherpe kritiek op de stellingname van de SoW-kerken ten aanzien van het Israëlisch-Palestijnse conflict.
Mok, bisschop A. van Luyn en SoW-scriba dr. B. Plaisier spraken tijdens een conferentie over de invloed van het conflict op de Joods-christelijke verhoudingen in Nederland. De conferentie was georganiseerd door het Overlegorgaan van Joden en Christenen in Nederland (OJEC) en de SoW-kerken.
„Als kerken en christenen moeten wij grote voorzichtigheid betrachten wanneer wij ertoe zouden neigen ons eenzijdig te solidariseren met hetzij Israël dan wel de Palestijnen”, aldus dr. Plaisier. „De SoW-kerken zijn bij beide partijen, Joden en Palestijnen, betrokken.” Hij verklaarde de solidariteit met Joden en Palestijnen met een verwijzing naar de kerkorde van de toekomstig verenigde kerk. Daarin neemt „de roeping om van God te getuigen waar onrecht geschiedt en te helpen waar geen helper is” een belangrijke plaats in, naast de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. De diaconale roeping is volgens de SoW-scriba op dit moment vooral van toepassing op de Palestijnen, omdat onder hen de humanitaire nood hoog is. De term ”dubbele solidariteit”, in het verleden door de kerken gebezigd met betrekking tot de Palestijnen, schuwt de scriba echter. „Het is naar de mening van de kerken zo dat de relatie met Israël en die met het Palestijnse volk deels anders gefundeerd is. Daarom is het beter beide relaties niet onder één noemer samen te brengen.”
Tijdens de discussie bleek hoezeer velen verlegen zitten om een standpunt van de SoW-kerken inzake Israël. „Denkt u echt dat Israëli’s zitten te wachten op onze mening?” vroeg dr. Plaisier zich hardop af. Zijn woorden werden haast overstemd door het bevestigende geroep van de aanwezigen, onder wie woordvoerders van Joodse en Joods-christelijke organisaties.
De SoW-kerken lieten eerder in een brief weten dat hun verbondenheid met Israël niet ter discussie staat. De brief werd verstuurd naar aanleiding van berichten in de media die suggereerden dat de kerken hebben gekozen voor een ander beleid met betrekking tot Israël.
Dr. Plaisier sprak woensdag opnieuw van onopgeefbare verbondenheid met Israël, maar riep er tevens toe op oog te hebben voor pijn en lijden aan beide kanten. De SoW-kerken staan al vele jaren een tweestatenoplossing voor, aldus de scriba. Hij kritiseerde organisaties die „een Groot-Israël-visie aanhangen, het nederzettingenbeleid goedkeuren en zelfs een Israëlische annexatie van de bezette Palestijnse gebieden steunen, zoals de beweging Christenen voor Israël. Zij vertolken een visie die onze kerken niet aanhangen. Wie als christen voor die gedachte kiest, dient zich mijns inziens af te vragen in hoeverre een Groot-Israël-gedachte op bijbels theologische gronden verdedigd kan worden.”
De stellingname van de SoW-scriba veroorzaakte scherpe reacties. Het lot van Joden en Palestijnse christenen werd door aanwezigen nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. G. Philip Mok, journalist en oud-columnist van het Nieuw Israelietisch Weekblad: „In hoeverre komt solidariteit met Israël onder druk te staan in een tijd van pogroms, anders gezegd, de holocaust après la lettre?” Mok hekelde het geven van financiële steun door de SoW-kerken aan de Palestijnen. „Dat komt niet bij de arme Palestijn terecht, maar op de Zwitserse bankrekening van Arafat.”
Mgr. A. van Luyn, bisschop van Rotterdam en voorzitter van de bisschoppelijke commissie voor de religieuze betrekkingen met het Jodendom, is van mening dat voor de Rooms-Katholieke Kerk het bestaansrecht van de staat Israël niet in het geding is. Evenmin als het besef dat het leven in het Heilige Land voor Joden naast een politieke ook een religieuze betekenis heeft. Van Luyn bespeurt nogal wat christenen die niet in staat zijn onderscheid te maken tussen Joods en Israëlisch. „Daarbij vertonen zij de neiging Israël volledig te identificeren met de regering van Israël en het door haar gevoerde beleid. Zo’n ongenuanceerde identificatie is pertinent onjuist en een voedingsbodem voor antisemitisme, maar lijkt steeds meer gemeengoed te worden”, aldus de Rotterdamse bisschop.