De bedrijven van Wegdam staan op 500 meter afstand van elkaar. In het bedrijf dat binnen de zone van het vervoersverbod valt, worden 27.000 opfokhennen en 15.000 legkippen gehouden. Uit nood heeft Wegdam hier 200.000 eieren die niet mogen worden vervoerd in een schuur opgeslagen. Op het andere bedrijf, waar de pluimveehouder circa 40.000 legkippen heeft, gelden de beperkingen niet.

Een vreemde situatie, realiseert Wegdam zich ook, maar hij houdt zich gewoon aan de regels. „Ik moet met beide benen op de grond blijven staan en mijn klanten zo goed mogelijk bedienen.” Om aan zijn afspraken te voldoen, koopt de kippenfokker eieren bij van collega’s die buiten de gevarenzone zitten. „Ik schiet er aardig bij in, omdat die 200.000 eieren niet meer geschikt zijn voor consumptie. Ik zal ze straks voor een lagere prijs moeten verkopen.”

Desondanks klaagt Wegdam niet. „Ik kan tenminste mijn bedrijf nog voortzetten.” Binnenkort doemen echter nieuwe problemen op. Na Pasen zouden de opfokhennen moeten worden overgeplaatst naar het bedrijf dat buiten de gevarenzone ligt. Dat kan nu echter niet. „Ik speculeer niet over een datum waarop die verplaatsing wel kan doorgaan. We moeten gewoon de regels van het Rijk respecteren.”

De beperkingen bij Lochem zijn ingesteld omdat er vorige week vogelpest werd vermoed op een bedrijf in Laren. Dat bleek later niet zo te zijn.