Opinie

Academie intolerant tegenover geloof

Wie geloof en wetenschap scheidt, heeft op de universiteit weinig te vrezen. Maar wie die scheiding ook maar enigszins ter discussie stelt, loopt op tegen aversie en intolerantie, reageert dr. Kees van Vliet op prof. dr. P. J. Slootweg (RD van vrijdag).

8 February 2010 09:44Gewijzigd op 14 November 2020 09:49

Volgens prof. Slootweg, hoogleraar pathologie aan het Radboud University Medical Center in Nijmegen, is de academische tolerantie onbegrensd en mag iedereen aan de universiteit zeggen wat hij wil. De hinder die wetenschappers met creationistische opvattingen volgens een serie artikelen in deze krant ondervinden, komt volgens hem dan ook niet doordat ze in een Schepper geloven, maar doordat ze niet volgens de wetenschappelijke methode te werk gaan.De reactie van prof. Slootweg heeft me bijzonder verbaasd. Hij trekt de negatieve ervaringen in twijfel en stelt dat gelovige wetenschappers in hun wetenschappelijke carrière slechts „nadelen van hun creationistische opvattingen ménen te ondervinden.” Het enige reële probleem dat zij volgens hem zullen ondervinden is dat hun creationistische onderzoeksvoorstellen bij subsidieaanvragen afgewezen worden. Maar dat is niet meer dan logisch, omdat creationistisch onderzoek „de grenzen van de wetenschap overschrijdt.”

Ik verbaas mij erover hoe eenvoudig prof. Slootweg de ervaringen van anderen –die overigens niets te maken hadden met subsidieaanvragen– aan de kant schuift omdat hij ze zelf niet heeft gehad. Dat is op zijn zachts gezegd naïef. Heeft prof. Slootweg de afgelopen jaren de krant niet gelezen? Iedere keer als het geloof in de Schepper in de media komt, gaat dat gepaard met een uitbarsting van denigrerende en haatdragende reacties richting gelovigen.

De wereld staat op zijn kop als minister Van der Hoeven blogt dat Intelligent Design in de biologieles besproken zou kunnen worden (2005) of als de EO met goedkeuring van Sir David Attenborough zelf stukken over de evolutietheorie uit zijn natuurfilms knipt (2007). Veel negatieve reacties zijn afkomstig van academici. De Utrechtse biologe Gerdien de Jong heeft de discussie rond de natuurfilms zelfs geïnitieerd.

Is het –zoals Slootweg beweert– aannemelijk dat in dit klimaat gelovige wetenschappers kunnen beweren wat ze willen? Is de academie toleranter dan de samenleving? Is de vrijheid om de pijlers van de huidige wetenschap in twijfel te trekken binnen de wetenschap soms het grootst? Ik teken meteen voor een baan in de wereld van collega Slootweg, en dan hoef ik niet eens te werken aan een creationistisch onderzoeksproject!

Gevoelig

Als prof. Slootweg een ongelovige of agnost was, zou ik begrip kunnen opbrengen voor zijn standpunt. In zijn vakgebied doet het er waarschijnlijk weinig toe of je wel of niet meent af te stammen van een aap. Misschien is het daarom volledig langs hem heen gegaan welke emoties er over dit onderwerp leven. Collega Slootweg is echter geen ongelovige of agnost, maar een betrokken kerklid van de Protestantse Kerk in Nederland. Het lijkt me bijna onmogelijk om in die hoedanigheid niet aan te voelen hoe gevoelig de visies op onze oorsprong liggen, zowel binnen als buiten de wetenschap en de kerk.

Ik geloof best dat er manieren zijn om als christen ongehinderd carrière te maken in de wetenschap. Natuurlijk mag je als academicus gelovig zijn, zolang je maar volgens het seculiere model geloof en werk volledig gescheiden houdt en beide behandelt als gescheiden domeinen die niets met elkaar te maken hebben. Als je in de wetenschap spreekt als seculiere wetenschapper, zullen weinig academici zich eraan storen dat je in de kerk spreekt als kerklid.

Ontevreden

Maar o wee als je in de wetenschap ook maar in de buurt komt van het spreken als kerklid. De aversie tegen Intelligent Design is daarvan een voorbeeld. Deze beweging wordt geleid door bekwame wetenschappers die slechts het meest rudimentaire concept van God in de wetenschap proberen te introduceren. Ze zijn er niet op uit om de God van de Bijbel te promoten of om de grote lijnen van de evolutietheorie omver te werpen. Ze willen slechts ruimte creëren voor het idee dat er meer dan een hoopje moleculen nodig was om het leven te laten ontstaan. Er was Intelligentie nodig en wat of wie die Intelligentie is, doet er niet toe. In hun werk hanteren ze algemeen geaccepteerde wetenschappelijke inzichten.

Iedere bioloog weet dat de kans op het spontaan ontstaan van leven onvoorstelbaar klein is, als het al mogelijk is. Er is voldoende reden om ontevreden te zijn met de ruimte die de huidige wetenschap biedt om met een goede verklaring te komen. Wetenschappers die Intelligent Design aanhangen, poneren een redelijk en interessant idee, dat nader onderzoek waard is. Ieder kan echter voor zichzelf nagaan met welke ha®telijkheid deze wetenschappers behandeld worden. Zou een academicus die gelooft in de Bijbel en potentieel veel meer in de wetenschap relativeert, dan geen enkele hinder ondervinden?

Voor prof. Slootweg zijn geloof en wetenschap twee verschillende domeinen. „De Bijbel vertelt ons dat God het leven heeft geschapen, maar niet op welke manier en met welke bouwstenen Hij dat heeft gedaan. Je hoeft dus niet te kiezen tussen deze twee beweringen.” Dat is een veilig standpunt in de academie – een standpunt dat je carrière blijkbaar niet in de weg zit.

Ik ben benieuwd wat voor ervaring hij gehad zou hebben als hij een ander standpunt zou hebben ingenomen. Misschien zou hij dan tot de ontdekking zijn gekomen dat zijn medegelovigen hun negatieve academische ervaringen niet uit hun mouw schudden.

De auteur is universitair hoofddocent en onderzoeker aan een van de Nederlandse universiteiten. Hij heet in werkelijkheid anders.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer