Religieuze trek in gezondheidszorg
De gezondheidszorg in Nederland vertoont religieuze trekken, betoogt prof. dr. Maarten J. Verkerk. De wetenschap, de markt, het perfecte leven en het individu zijn ‘heilig’ geworden. Het christelijke gedachtegoed levert een belangrijke bijdrage aan de hoognodige discussie hierover.
De gezondheidszorg staat voor geweldige uitdagingen. De vergrijzing doet de vraag naar zorg sterk toenemen. In de komende 25 jaar zal het aantal ouderen verdubbelen. Bij een gelijk blijvende bevolkingsomvang betekent dit dat er minder mensen zijn om zorg te kunnen geven. We kunnen deze problematiek ook op een andere manier omschrijven. In de komende 25 jaar zal het aantal chronisch zieken met bijvoorbeeld diabetes en hart- en vaatziekten 30 tot 50 procent toenemen en het aantal patiënten met dementie zal naar verwachting verdubbelen. Al met al betekent dat een forse toename van de benodigde zorg.Daar komt bij dat ondanks alle vooruitgang in de medische zorg, er nog steeds grote problemen zijn op het gebied van welzijn en zingeving. Veel ouderen zijn eenzaam en veel chronisch zieken hebben moeite om zin en betekenis te ervaren.
De uitdagingen voor de gezondheidszorg worden breed erkend. Als het gaat om oplossingen blijkt ”innovatie” een toverwoord. Zo hoor je vaak de opmerking dat er vast wel een behandeling zal worden gevonden om diabetes of dementie definitief te genezen. Anderen wijzen op het feit dat de zorg nog veel efficiënter georganiseerd kan worden. En een derde stelt dat marktwerking in de zorg zal leiden tot hogere kwaliteit en lagere kosten.
Religieuze trekken
Al deze opmerkingen bevatten een kern van waarheid. De ontwikkelingen in de medische wetenschap gaan razend snel, er worden nog steeds tijd en energie in de zorg verspild, en de markt kan reinigend werken. Maar hebben we hier alleen met een medisch of economisch probleem te maken of is er meer aan de hand? Zou het kunnen zijn –gezien de problematiek van welzijn en zingeving– dat we ook te maken hebben met een religieus probleem? Zou het kunnen dat de sleutel tot dit soort uitdagingen niet ligt in het meetbare (de wetenschap), het beheersbare (de techniek) en het verhandelbare (de economie), maar in het religieuze dat zich niet laat meten, beheersen en verhandelen?
Er zijn goede argumenten om in dit verband een woord als ”religie” te gebruiken. Allereerst: in de gezondheidszorg wordt vaak de vraag gesteld of een bepaalde behandeling leidt tot een hogere ”kwaliteit van leven”. Die uitdrukking heeft te maken met welzijn en zingeving. En als het gaat om de laatste levensfase dan blijken iemands ”diepste overtuigingen” of ”laatste zekerheden” een grote rol te spelen. Dit alles wijst erop dat we te maken hebben met religieuze vragen.
Ten tweede hebben we er alles voor over om er jong uit te zien en een perfect leven te leiden. Op individueel niveau zien we dat terug in de uitgaven voor cosmetica, plastische chirurgie en allerlei therapieën. Op nationaal en internationaal niveau komt dit naar voren in discussies over medische risico’s. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het ruimen van honderdduizenden geiten, varkens en koeien in de westerse wereld een vorm van ritueel offer is: het uitdrukken van vertrouwen en het gunstig stemmen van de god van de gezondheid. Ook dit fenomeen kunnen we nauwelijks anders dan religieus typeren.
Als laatste: in de geschiedenis van de medische wetenschap en de medische technologie speelt de idee ”als God worden” een belangrijke rol. Het gaat hier om de gedachte dat het ontrafelen van de geheimen van mens en natuur ons de mogelijkheid biedt om als schepper vorm te geven aan ons eigen leven. Ook deze gedachte heeft religieuze trekken.
Op het moment dat je de vraag stelt of er in onze samenleving rond de gezondheidszorg allerlei religieuze fenomenen een rol spelen, wordt het interessant om een duik te nemen in de filosofie. Juist de filosofie is in staat om de geestelijke ontwikkelingen in de cultuur te duiden. In dit verband wil ik wijzen op de christelijke filosoof Herman Dooyeweerd.
Dooyeweerd benadrukt dat de cultuur voortgedreven wordt door diepste motieven. Je kunt deze motieven vergelijken met de wortels van een boom: je ziet ze meestal niet, maar ze bepalen wel hoe een boom groeit. Hetzelfde geldt voor diepste motieven: je ziet ze meestal niet, maar ze bepalen wel hoe een cultuur zich ontwikkelt.
Nieuwe mens
In de westerse wereld speelt het ”humanistische motief” een belangrijke rol. Dit motief vindt zijn oorsprong in de renaissance. Een centrale gedachte is de idee van de nieuwe mens. Deze nieuwe mens wil zich niet onderwerpen aan God of zijn gebod. Hij wil zichzelf vormgeven op de manier zoals hij dat zelf wil. Het gaat om de vrijheid van de mens. En die vrijheid kan hij alleen realiseren door zich met wetenschap en techniek te wapenen tegen de grillen van de natuur en ruimte te scheppen om zichzelf vorm te geven.
De analyse van Dooyeweerd helpt ons om de ‘heilige’ fenomenen in onze cultuur te duiden. Ik gebruik hier het woord ”heilig” omdat we te maken hebben met verschijnselen die onaantastbaar zijn, waar we een ”heilig respect” voor hebben. Ik noem er een viertal: de medische wetenschap, de markt, het vitale leven en het individu.
- Onze samenleving is in de ban van de wetenschap: alle zorg moet op een wetenschappelijke leest geschoeid zijn. De heiligverklaring van de wetenschap heeft als gevolg dat niet-medische zorg –zoals pastorale zorg– van ondergeschikt belang wordt geacht. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we kampen met een geweldig probleem op het gebied van welzijn en zingeving. Want op deze gebieden heeft de wetenschap weinig te bieden. Daarvoor val je terug op de sociale verbanden waarin we leven, zoals de kerk.
Morele relatie
We geloven in de markt. Economische mechanismen gaan steeds meer de gezondheidszorg bepalen. De vraag of zorg een markt is, wordt nauwelijks meer gesteld. Toch dient deze vraag aan de orde te komen. In de gezondheidszorg hebben we te maken met afhankelijke relaties. De patiënt is immers afhankelijk van de artsen, verpleegkundigen en verzorgenden. Ook gaat het in de zorg om een morele relatie tussen hulpverlener en patiënt. De zorg is geen markt. Het gaat namelijk niet om een economische transactie tussen twee gelijkwaardige partijen maar om een morele relatie tussen twee ongelijkwaardige partijen.
In onze samenleving draait alles om het vitale leven, om perfectie: in ons uiterlijk, onze sociale relaties, ons psychisch functioneren en in onze spirituele ontwikkeling. Elke afwijking van dit perfecte beeld is ongewenst, wordt medisch geduid en dient door de gezondheidszorg opgelost te worden. Dan is het ook niet verwonderlijk dat de kosten zo stijgen.
Ten slotte het fenomeen van het individu. In overeenstemming met de ideeën van de renaissance geeft de moderne mens vorm aan zijn of haar eigen leven. De nadruk op het individu leidt tot grote problemen. Hoe kunnen al die individuen nog een samenleving vormen?
Dubieuze coalities
Deze verschillende fenomenen staan op gespannen voet met elkaar, vormen dubieuze coalities en hebben ongewenste neveneffecten. Zo maakt het ideaal van perfectie het moeilijk om in positieve termen te spreken over ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Voor hen is geen plaats in het nieuwe Jeruzalem van de perfecte mens. Alles wat ze te geven hebben –zinvol leven heeft toch ook te maken met geven!– verdwijnt achter de afwijking of beperking. Ook de medische wetenschap reduceert hen tot hun ziekte of gebrek. Er is nauwelijks aandacht voor wat ze nog wel kunnen. Het verbaast dan ook niet dat ze zo veel vragen hebben over welzijn en zingeving.
Een tweede voorbeeld. Als elk individu zijn of haar eigen leven wil vormgeven, leidt dit tot nieuwe zorgvragen. De markt speelt hier graag op in met een veelheid aan producten en oefent ook druk uit om van die mogelijkheden gebruik te maken. Sunny Bergman maakt in haar documentaire ”Beperkt houdbaar” pijnlijk zichtbaar hoe een heilige markt het heilige leven van meisjes en vrouwen exploiteert om borsten, vagina’s en andere delen van hun lichaam te laten verbouwen. En de enigen die er echt beter van worden zijn de dokters.
Als laatste: marktmechanismen kunnen inderdaad leiden tot een verbetering van de kwaliteit van de zorg én tot een verlaging van de kosten. Maar we moeten beseffen dat diezelfde mechanismen leiden tot de creatie van nieuwe producten, een stijging van het aantal verrichtingen, en een maximalisatie van het inkomen van enkele geprivilegieerde groepen. Ik betwijfel of we daarop zitten te wachten.
Mocht deze analyse juist zijn, dan moeten we de heilige fenomenen in onze cultuur ter discussie stellen. Dan zullen we weer opnieuw aandacht moeten vragen voor de zin van het leven, de waarde van niet-medische zorg, de grenzen van de markt, de omgang met het niet-perfecte en het ”samen” van de samenleving. En daar kunnen we als christenen –als we bereid zijn om midden in de samenleving te staan– een mooie bijdrage aan leveren.
De auteur is bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Universiteit Maastricht. Dit artikel is een bewerking van zijn vrijdagmiddag uitgesproken inaugurele rede ”Herordening van het sacrale. Religie, ethiek en zorginnovatie”.