Economie

Groenink: Bos had 30 miljard kunnen uitsparen

De Nederlandse staat had zich de 30 miljard staatssteun aan ABN Amro kunnen besparen als er niet een verklaring van geen bezwaar was afgegeven tegen de overname van de bank door het bankentrio van RBS, Santander en Fortis. Dat betoogde oud-topman Groenink van ABN Amro woensdag voor de parlementaire commissie-De Wit, die onderzoek doet naar de internationale kredietcrisis.

Redactie digitale media
3 February 2010 13:58Gewijzigd op 14 November 2020 09:47
Groenink wordt door een bode naar zijn plaats begeleid. Foto ANP.
Groenink wordt door een bode naar zijn plaats begeleid. Foto ANP.

Als de overname niet was doorgegaan, was ABN waarschijnlijk gefuseerd met de Britse bank Barclays. ABN had in die periode net het Amerikaanse onderdeel LaSalle verkocht en „een ongelooflijk hoge solvabiliteit van tussen de 17 en 20 procent". ABN had dan, net als Barclays, geen staatssteun nodig gehad tijdens de kredietcrisis en de Nederlandse staat had de 30 miljard die daarna in ABN zijn gestoken, niet uit hoeven te geven, aldus Groenink.Het ministerie van Financiën en De Nederlandsche Bank (DNB) hadden de overname en opdeling van ABN Amro nooit mogen toestaan. Zij hadden daar al voordat een formeel proces werd gestart een stokje voor moeten steken, meende de oud-topman woensdag.

„Ze hadden tegen de leider van het consortium moeten zeggen dat een overname op grond van hun analyse op prudentiële gronden onaanvaardbaar was. Fortis werd niet geacht sterk genoeg te zijn. Ik heb dat ook gemeld", stelde Groenink.

Groenink zei te weten dat in andere landen ook wel eens banken zijn geweest die voorbereidende gesprekken voerden over een internationale overname. „Maar dat werd gewoon geweigerd", aldus Groenink.

Groenink heeft zich in zijn poging om te voorkomen dat de bank werd opgedeeld, onvoldoende gesteund gevoeld door de raad van commissarissen. De commissarissen waren meer bezig met het dienen van de belangen van aandeelhouders, aldus de voormalig bestuursvoorzitter. Het Britse Barclays deed een vriendelijk bod op ABN Amro, later kwam er een bod van Fortis, Royal Bank of Scotland en Banco Santander overheen.

„In ons land ontwikkelde zich een klimaat dat er zich een scheiding voordeed tussen de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Er ontstond de figuur dat de commissarissen zich meer de verantwoordelijkheid aantrokken van de aandeelhouders. En die waren gediend bij twee biedingen."

Volgens Groenink was de raad van commissarissen „niet noodzakelijkerwijs nog een forum waar ik nog uitgebreid en ruim kon praten om een bod van het consortium tegen te houden".

De activistische aandeelhouder The Children’s Investment Fund (TCI) die in februari 2007 opriep tot de opsplitsing en verkoop in delen van ABN Amro, had de Nederlandse bank kort ervoor al een waarschuwing gegeven.

Groenink zei dat de leider van TCI, Chris Hohn, hem al in januari 2007 had gezegd dat ABN Amro beter moest gaan presteren. „Hij zei dat we ons wel heel snel moesten verbeteren, omdat hij anders in actie zou komen. Hij gaf mij nog twee kwartalen, dus tot de halfjaarcijfers. Dan moesten we bewijzen dat we een zodanige rendementsverbetering hadden gerealiseerd, dat de koers daarop zou reageren. Hij zou dan geen actie ondernemen."

Dat TCI Groenink die tijd uiteindelijk niet heeft gegeven verbaasde de topman, zei hij tegen de commissie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer