„Inspraak studenten is hier een lachertje”
Oude, roerige tijden herleven in Utrecht. Boze studenten bezetten het bestuursgebouw van de universiteit. „Pure nostalgie’, reageert de hoofdredacteur van het U-blad, de enige die dinsdagmorgen mag werken. Wat hem opvalt aan de actie? Hij fladdert met z’n handen. „Studenten klappen tegenwoordig in gebarentaal.”
De verslaggever mag via het raam naar binnen. Een modderige stoel dient als opstapje. Binnen heerst chaos. De oostvleugel van het Utrechtse bestuursgebouw is bezet gebied. Afgeplakte ramen, gebarricadeerde deuren, megafoons, leuzen op de muur, borden met etensresten, een tafel vol flessen.Mats van Trigt, perswoordvoerder, neemt een slok uit z’n pak Multivitamine: „De sfeer is goed. Beschaafd. Geen orgie hier. We zijn nette figuren.” Een student aan de andere kant van de tafel gaapt maximaal, zonder schaamte. Mats: „We zijn de hele nacht gebleven. Met een man of 35. Allemaal enthousiaste mensen.”
De portier, beveiliger Bart, kijkt van achter het glas lijdzaam de hal in. „Tja, dit overkomt je. Je doet er niks aan.” Of hij vervelende dingen meemaakt? „De sfeer is gemoedelijk.”
De actie is wel degelijk serieus, benadrukt Mats, eerstejaars filosofie. De studenten zijn boos, want de universiteiten moeten bezuinigen. Alweer. „Het gaat over de rug van de studenten. We raken onze basisbeurs kwijt. Dat betekent na zeven jaar een extra studieschuld van 12.000 euro.”
In Utrecht is er nóg een pijnpunt. Mats: „Het universiteitsblad gaat verdwijnen. Op papier dan. Wij willen dat niet. Maar het bestuurscollege luistert niet naar ons. Studenteninspraak is hier een lachertje.”
Er wordt op het raam geklopt. Twee studenten melden dat ze niets te doen hebben. Of ze kunnen flyeren. Helaas, de pamfletten zijn nog niet klaar. Achter de deur waar normaal de KLM kantoor houdt, trekt een groep actievoerders zich terug voor de zoveelste bespreking. Mats: „Wij willen dat het bestuurscollege onderhandelt. Naar onze eisen luistert. Niet alles van tafel veegt.”
Hoe lang ze nog blijven? „Als het moet de hele week.” En als de politie komt om de boel schoon te vegen? „Dan zullen we er netjes uitgaan.”