Dat heeft het hoofd van de orde van de jezuïeten in Duitsland, pater Stefan Dartmann, maandag gezegd. Op het Canisiusgymnasium hebben twee docenten zich in de jaren zeventig en tachtig jarenlang aan leerlingen vergrepen. Intussen hebben 22 slachtoffers zich gemeld. De twee docenten zijn al jaren weg uit Berlijn en zijn ook geen lid meer van de jezuïetenorde. De Duitse justitie kan hen vrijwel zeker niet meer vervolgen, omdat de delicten zijn verjaard.Een van de twee docenten bekende dat hij jarenlang kinderen en jongeren onder „pseudopedagogische voorwendselen” heeft misbruikt en mishandeld. De 65-jarige man werkte als docent niet alleen in Berlijn, maar ook in Hamburg en St. Blasien in het Zwarte Woud. Daarna ging hij voor zijn orde naar Spanje en Chili. Toen hij in 1991 uit de orde wilde stappen, bekende hij volgens Dartmann wat hij had gedaan, nadat hem geheimhouding was beloofd.

De man bekende toen zich ook in Hamburg en St. Blasien aan scholieren te hebben vergrepen. Volgens Dartmann zijn er sterke aanwijzigingen dat ook jongeren in Spanje en Chili het slachtoffer zijn geworden. De oud-docent woont nu in Chili.

De andere oud-docent werkte van 1972 tot 1981 op het Canisiusgymnasium. Daarna was hij jongerenpastor in Göttingen en pastor in Hildesheim. In 1981 vroegen leerlingen van het Canisiusgymnasium die door de man waren misbruikt, de schoolleiding om hulp, maar er werd niets tegen de man gedaan.

Dartmann heeft slachtoffers, leraren en ouders zijn verontschuldigingen aangeboden wegens het lange zwijgen over het misbruik. „Ik bied mijn excuses ervoor aan dat verantwoordelijken van de orde toen hebben verzuimd noodzakelijk en nauwkeurig toezicht te houden en passend te reageren.”