Bidden
Waarin blijft u toch steken? Want Christus is gewillig om iemand zalig te maken, ja, om zondaren zalig te maken. Hij maakt ook niemand anders zalig dan een zondaar. Moet Hij dan niet vol van genade zijn omdat wij vol van zonden zijn? Heeft Hij niet zaliggemaakt de grootste onder de zondaren? De moordenaar aan het kruis, Paulus, een Godslasteraar, de onkuise Maria Magdalena, de bloeddorstige Manasse, de Joden, die Christus hebben vermoord?Maar weet dat Hij Zich niet alleen vertoornt over vloeken en liegen, maar ook over het ongeloof. Deze zonde onteert en bedroeft Hem meer dan alle andere zonden.
Wie kan ons toch helpen? Kunnen wij de deur opendoen? Neen! Maar wij moeten de deur ook niet sluiten! Er zijn vier deuren: De eerste deur is die van het bloed van Christus, het bloed dat spreekt grote dingen voor een verbroken zondaar. De tweede deur is de deur van Gods vrije, volle en eeuwige verbond. De derde is de deur van de predikatie van het Evangelie. Luister daarnaar. De vierde deur is de deur van de hemel door zonder ophouden te bidden en te wachten.
O, laat nooit, nooit af van bidden. O, Heere, Heere, Gij, Die roept, doe mij horen. Gij, Die klopt, maak dat ik opendoe. Doe door Uw Geest de deur van mijn hart open. Neem toch acht op al Zijn roepen en kloppen. Indien Hij te zacht riep, te zacht klopte, Hij zal harder kloppen. Hij loopt van de ene deur naar de andere. En Hij klopt.
Obadias Sedgwich, predikant te Londen (De rijkdom der genade, 1676)