Dit blijkt uit onderzoek dat door Bureau Beke uit Arnhem is verricht in opdracht van het Landelijk Programma Huiselijk Geweld en de Politietaak. Voor het onderzoek zijn alle zaken van moord en doodslag uit het jaar 2006 geanalyseerd.In 2006 vielen 49 doden als gevolg van huiselijk geweld te betreuren. Daarmee was het de belangrijkste oorzaak van alle moorden en doodslagen in Nederland. Het gaat daarbij overigens om een ondergrens, want sterfgevallen in huiselijke kring worden bijvoorbeeld wel eens ten onrechte bestempeld als „een natuurlijke dood.”

Bij een derde van de moord- en doodslagzaken is de partner van het slachtoffer de dader. Bij een kwart van alle zaken worden kinderen om het leven gebracht. Ook ex-partners, overige familieleden, ouders of huisvrienden worden het slachtoffeer.

Ruim twee derde van de slachtoffers van dodelijk huiselijk geweld bestaat uit vrouwen. Bij andere moorden en doodslagen zijn vooral mannen het slacht­offer.Volgens de onderzoekers zijn de meeste slachtoffers tussen de 25 en de 45 jaar oud, maar er worden ook opvallend veel kinderen en baby’s om het leven gebracht. In 2006 waren dat er twaalf. Kinderen zijn behalve slachtoffer ook regelmatig getuige van huiselijk geweld.

Uit het onderzoek blijkt dat kinderen in de meeste gevallen horen hoe bijvoorbeeld hun moeder of opa om het leven wordt gebracht of ze zien het dode lichaam van het slachtoffer.

Van de verdachten van dodelijk huiselijk geweld is ongeveer 80 procent van het mannelijke geslacht. Hun leeftijd varieert van 19 tot 81 jaar, maar ruim de helft van de verdachten is tussen de 25 en de 45 jaar. In twee derde van de gevallen van moord en doodslag gebruikt de dader een wapen, vaak een gelegenheidswapen, zoals een keukenmes.

De onderzoekers namen tien zaken uit 2006 nader onder de loep voor een zogeheten casusonderzoek. Daaruit is gebleken dat drie van die tien zaken onverwacht plaatshadden. Oorzaak van het geweld was in die gevallen stress, waanideeën en gevoelens van machteloosheid.