Het ging om de eerste in een reeks van begrafenissen van in totaal 250 soldaten uit Australië en Nieuw–Zeeland. Zij sneuvelden op 19 juli 1916 tijdens de Slag om Fromelles. Meer dan 5500 Australiërs waren toen een eenvoudige prooi voor Duitse soldaten met machinegeweren, nadat ze het bevel hadden opgevolgd om naar de stellingen van de vijand te rennen in een open veld. Enkele duizenden militairen uit Nieuw–Zeeland en Groot–Brittannië kwamen ook om het leven.Duitse troepen begroeven de lichamen in enkele kuilen in een nabijgelegen bos. Pas in 2007 werd de locatie van de massagraven ontdekt door een Australische amateurhistoricus. De autoriteiten in Australië en Nieuw–Zeeland besloten de lichamen uit te graven.

Forensische experts proberen de menselijke resten via vergelijkend DNA–onderzoek te identificeren. In een aantal gevallen zijn ze daar ook in geslaagd. In maart moeten de resultaten bekend zijn en wordt een aantal grafstenen alsnog voorzien van namen.

Botonderzoek heeft uitgewezen dat een grote meerderheid van de slachtoffers tieners waren ten tijde van de veldslag. Een aantal van hen moet hebben gelogen over hun leeftijd om te worden aangenomen als soldaat.

In de komende weken hebben nog meerdere begrafenisplechtigheden plaats. De laatste staat gepland voor 19 juli, tijdens de 94e herdenking van het bloedbad.