Afghaanse christen is eenzaam
Hun aantal wordt geschat op minder dan 1 procent van de Afghaanse bevolking, de christenen in Afghanistan. Ze leiden er een onmogelijk leven omdat ze als afvallige moslims ter dood worden gebracht kunnen worden. Van de internationale gemeenschap, die zich massaal op Afghanistan heeft gestort, hebben ze tot nog toe weinig steun ervaren.
In Londen werd donderdag de internationale Afghanistantop gehouden. In verband hiermee dagelijks een aspect van de Afghaanse problematiek. Vandaag (slot): Afghaanse christenen.Het wrange van hun benarde positie is dat de grondwet van het land nadrukkelijk vrijheid van geloof vermeldt. Een woordvoerder van een Duitse hulporganisatie die liever anoniem blijft, wijst op een cruciale tegenstrijdigheid in die grondwet. „Daarin is het VN-handvest van 1948 opgenomen inclusief artikel 18, waarin de vrijheid van geloof voor alle Afghanen wordt gegarandeerd. Maar in artikel 2 van diezelfde grondwet staat dat er geen wet zal worden aangenomen die in strijd is met het islamitisch geloof. En omdat de islam het moslims verbiedt van geloof te veranderen, op straffe van geëxecuteerd te worden, biedt de grondwet christenen geen enkele bescherming.”
Het is niet zo dat de staat zelf actief christenen vervolgt. De grootste bedreiging komt van de clans en families waarvan christenen deel uitmaken. Maar de staat heeft daarop nauwelijks een matigende invloed, ook niet nu er intensieve contacten zijn tussen Kabul en westerse landen.
Hoe moeilijk Afghaanse christenen het hebben laat zich raden als men bedenkt dat hun samenleving allesbehalve een individualistische is. Clan- en familieverbanden zijn dominant en dat laat weinig ruimte voor afwijkend geloof van de leden. Mannen zeggen niet tegen hun vrouw dat ze christen zijn geworden, en ook vaders en zoons weten veelal niet van elkaar dat de ander christen is. Wie wordt ontmaskerd, brengt schande over de familie en moet worden gedood. Bekend is dat christenen hier en daar in kleine groepen bijeenkomen om met elkaar te bidden en de Bijbel te lezen. Vaak zitten de leden niet te wachten op nieuwelingen, omdat die de veiligheid van de groep in gevaar kunnen brengen.
Een grote zegen zijn internet en andere moderne communicatiemiddelen. Dankzij die middelen kunnen christenen toch in contact komen met medechristenen in eigen land of in het buitenland, en zo hun eenzaamheid te doorbreken. Ook zijn er christelijke tv-zenders die vanuit het buitenland uitzendingen verzorgen en bijvoorbeeld christelijke films vertonen.
Een van die zenders is Pamir Productions, een initiatief van Overseas Missionary Fellowship (OMF), met als basis Canada. Pamir (Sadaye Zindagi, Geluid van Licht, in het Afghaans) verzorgt radiouitzendingen en geeft christelijke lectuur, Bijbels, geluidscassettes met Bijbelcursussen en tv-uitzendingen. Verder is er een telefoondienst: Afghanen kunnen reageren op uitzendingen, vragen stellen en hun geloof delen. Medewerkers van Pamir zien niets liever dan dat hele families naar de radio-uitzendingen luisteren omdat vanuit de families nieuwe geloofsgemeenschappen kunnen groeien.
Voor veel christen-Afghanen blijft het bij dat radio- en telefooncontact: zij zijn hun leven lang radio- en telefoonchristenen, wier broeders en zusters onzichtbaar aan de andere kant van de lijn zitten, met hen praten en bidden. Iemand zei eens in een uitzending dat hij nog nooit een Afghaanse gelovige had ontmoet en dat hij er dolgraag eens een zou willen spreken.
De medewerkers van Pamir beschouwen het als hun taak om christenen met elkaar in contact te brengen. Bijvoorbeeld door hen erop te wijzen waar een broeder of zuster in zijn stad is te vinden. Uiteraard gebeurt zoiets na een zorgvuldige controle. Uiteindelijke doel is het opbouwen van uitgebreide netwerken onder Afghaanse christenen: christelijke gemeenten op zijn Afghaans.