Clinton boos om kritiek hulpverlening Haïti
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, heeft dinsdag verbolgen gereageerd op de kritiek op de Amerikaanse hulpverlening na de aardbeving in Haïti.
„Ik verfoei degenen die ons land, de generositeit van ons volk en het leiderschap van onze president aanvallen”, zei Clinton. Zij zei dat een deel van de internationale pers de civiele en militaire hulpoperaties „verkeerd opvat of opzettelijk verkeerd voorstelt.”Het Pentagon heeft 15.000 militairen ingezet om de veiligheid te verbeteren in het zwaar getroffen Caraïbische land, waar de beving mogelijk aan 200.000 mensen het leven kostte.
Desgevraagd verklaarde Clintons woordvoerder, P. J. Crowley, dat zij doelde op kritiek uit Frankrijk en Italië en verslaggeving van Al-Jazeera en CNN uit Haïti, die hij unfair noemde.
Artsen zonder Grenzen klaagde afgelopen weekeinde over verkeerde prioriteiten en opstoppingen op de luchthaven van Port-au-Prince, die door het Amerikaanse leger wordt geleid. Franse, Braziliaanse en andere functionarissen klaagden dat vluchten van het Amerikaanse leger voorrang kregen en dat hun hulpvluchten moesten uitwijken.
Het hoofd van de Italiaanse burgerbescherming, Guido Bertolaso, noemde de manier van werken van het Amerikaanse leger een jammerlijke mislukking en pleitte voor de aanstelling van een internationale civiele hulpcoördinator. De Italiaanse premier Silvio Berlusconi haastte zich te verklaren dat de uitlatingen van Bertolaso „misverstanden” konden veroorzaken; hij prees de „edelmoedige” Amerikaanse interventie, zonder welke „alles veel lastiger zou zijn geweest.”
De Franse minister van Ontwikkelingssamenwerking, Alain Joyandet, heeft er bij de Verenigde Naties op aangedrongen de dominante rol van de VS te onderzoeken. De internationale inspanning moet erop gericht zijn Haïti te helpen, niet het te „bezetten”, zei hij.
Het Amerikaanse leger verwacht zijn taken in Haïti over drie tot zes maanden aan internationale organisaties te kunnen overdragen. De precieze timing van de militaire terugtrekking hangt af van het vermogen van hulporganisaties om het werk over te nemen, zei luitenant-generaal Ken Keen, vicecommandant van het Amerikaanse Southern Haïti.
Het Rode Kruis heeft dinsdag kritiek geuit op de grootschalige voedseldistributie met militaire begeleiding in Haïti. De transporten van verscheidene hulporganisaties moeten vaak wegens dreigend geweld voortijdig worden beëindigd. Dat zei directeur-generaal Gustavo Lara van de Rode Kruisafdeling in de Dominicaanse Republiek.
Om dergelijke situaties te vermijden stuurt de medische hulporganisatie juist talloze kleine zendingen naar mensen die hulp nodig hebben. „We hebben in de Dominicaanse Republiek ongeveer duizend Haïtiaanse studenten, die beschikken over de noodzakelijke kennis van het aardbevingsgebied”, legde Lara uit. Die studenten leidden kleinere transporten naar gebieden waar geen aandacht is voor de getroffenen.
Voedseldistributie is een van de grootste problemen van de internationale hulporganisaties in het aardbevingsgebied. De grote transporten worden soms aangevallen en moeten daarom worden beschermd door VN-troepen. Dat leidt vaak tot chaotische taferelen en geweld.
Controles in Haïtiaanse ziekenhuizen, weeshuizen en op het vliegveld van de hoofdstad Port-au-Prince zijn verscherpt om te voorkomen dat kinderen zonder papieren het door een aardbeving verwoeste land verlaten. De strengere controles gelden ook bij de grens met de Dominicaanse Republiek. Dat zei een woordvoerster van Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties, gisteren.
De organisatie had berichten ontvangen over kinderen die zijn verdwenen uit meerdere ziekenhuizen in Port-au-Prince. Unicef weet echter niet om hoeveel kinderen het gaat en of het georganiseerde kinderhandel betreft of individuele gevallen.
„Een auto kan de grens oversteken met een kind in de kofferbak. Zulke situaties zijn voorgekomen in andere landen in soortgelijke omstandigheden”, lichtte de zegsvrouw het besluit toe. Unicef coördineert de strengere controles met 29 andere organisaties. Verder probeert Unicef kinderen die alleen zijn door de aardbeving, zo snel mogelijk te herenigen met hun familie.
Het Prins Claus Fonds gaat samen met enkele internationale partners de schade aan het cultureel erfgoed in Haïti in kaart brengen. Medewerkers gaan na of getroffen cultureel erfgoed na de aardbeving te restaureren is, liet het fonds gisteren weten. Experts gaan aan de slag zodra de situatie dit toelaat.
Het Prins Claus Fonds, in 1996 opgericht ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van prins Claus, vecht wereldwijd voor behoud van cultuur en verleent noodhulp aan cultureel erfgoed dat is getroffen door een ramp. Volgens het fonds kan restauratie van plaatsen die een betekenisvolle plek innemen in het leven van de Haïtianen, „steun en troost bieden en bijdragen aan het herstel van menselijke waardigheid.”
Het fonds gaat met de lokale partner Fondation AfricAmerica onder meer kijken of vier voodooheiligdommen met muurschilderingen in de gemeente Noailles/Croix des Bouquets de aardbeving hebben doorstaan. Deze heiligdommen, die vrijwel in het epicentrum van de aardbeving lagen, zijn eind vorig jaar nog gerestaureerd door het Prins Claus Fonds en Fondation AfricAmerica. Ze liepen ernstige schade op na enkele orkanen die Haïti troffen in de zomer van 2008. In Haïti wonen twee laureaten die ooit een prijs hebben gewonnen van het Prins Claus Fonds.
De speurhonden Rifka, Finder, Borat, Scanner en Kazan zijn gisteren teruggekeerd op Schiphol. De vijf Mechelse herders en hun vier begeleiders van de Nederlandse stichting Signi hebben ruim een week gezocht naar slachtoffers van de aardbeving in Haïti.
Signivoorzitter Esther van Neerbos keek na een lange vliegreis met voldoening terug op de missie, die ze omschreef als de zwaarste tot nu toe. „Meteen na aankomst in Haïti hebben we samen met een Turks en een Frans team een overlevende uit het puin kunnen halen”, vertelde Van Neerbos. De 24-jarige vrouw zat vast in een huis dat een dag na haar redding tijdens een naschok helemaal instortte.
De honden hebben daarna meer dan honderd levenloze lichamen kunnen opsporen. „Met een gebietst potje verf konden we de vindplek aangeven. Het uitgraven van al deze lichamen zal nog dagen in beslag nemen”, verwacht Paulien Spoek uit Deventer, eigenaresse van speurhond Borat, die de afgelopen week 5 kilo is afgevallen.
Op Schiphol kreeg het reddingsteam applaus en bloemen. Voor de honden was er water. „Zij zijn toch ook wel heel blij om weer thuis te zijn”, aldus Van Neerbos. In het vliegtuig vanuit New York mochten de getrainde honden in de cabine mee met hun begeleiders.