De journaliste was, samen met een medewerkster van de veiligheidsdienst AIVD en een ex–medewerker van de dienst, aangemerkt als verdachte. Justitie kreeg Van der Graaf in beeld door materiaal dat de AIVD met bijzondere opsporingstechnieken zoals afluisteren, had verkregen. Onlangs bleek dat de geheime dienst deze methoden deels niet bij de journaliste had mogen inzetten. Het OM vindt nu dat het een te grote inbreuk op de journalistieke vrijheid is om dat materiaal in een strafzaak tegen Van der Graaf te gebruiken.De twee voormalige medeverdachten van de Telegraafjournaliste blijven verdachte. Hun rechtszaak wordt later dit jaar behandeld, aldus het OM. De AIVD’ster en de voormalige medewerker zijn in juni aangehouden. Jolande van der Graaf werd niet opgepakt.

Het OM vindt dat in de zaak tegen de journaliste vervolging niet gerechtvaardigd is. Dit standpunt geldt niet voor de zaak tegen de AIVD–medewerkster en ex–AIVD–medewerker, want zij zijn geen journalisten.

Van der Graaf publiceerde eerst een artikel over Irak en de AIVD die gefaald had in de informatievoorziening aan het kabinet. De informatie waarop ze het stuk baseerde, zou staatsgeheim zijn geweest. Later verscheen van haar hand nog een artikel over bedreigingen aan het adres van de dalai lama, de geestelijk leider van Tibet, die op dat moment Nederland bezocht. Dat was volgens justitie ook gebaseerd op geheime informatie. Al na het eerste artikel begon de AIVD de telefoon van de journaliste af te tappen om erachter te komen wie de gevoelige informatie had gelekt.