Generaal legt verband Servië en oorlogsinpanningen ’91
Een speciaal opgericht coördinatieteam stuurde eind 1991 in Belgrado de wensen van gewapende Serviërs in de Kroatische regio Krajina door naar verantwoordelijken in Belgrado. Dit heeft de inmiddels gepensioneerde Joegoslavische generaal Georgevic maandag voor het Joegoslavië-Tribunaal verklaard.
Georgevic werd als generaal van het Joegoslavische federale leger tot lid van het team van legerofficieren benoemd.
De aanklagers in het proces tegen de voormalige machthebber in Joegoslavië Slobodan Milosevic hebben Georgevic opgeroepen als getuige om aan te tonen dat de militaire inspanningen van de etnische Serviërs in Kroatië geen op zichzelf staande, spontane opstand waren. Georgevic vertelde dat het coördinatieteam de wensen van de Serviërs in Krajina doorspeelde naar de autoriteiten van wie zij dachten dat die ze konden inwilligen. Onder de autoriteiten die het team rechtstreeks in Belgrado benaderde, was de leiding van het Servische ministerie van Defensie.
Milosevic was destijds president van Servië. Hij heeft er vaak op gewezen dat hij in die functie geen zeggenschap van betekenis had over de militairen die toen waren ondergebracht bij de Joegoslavische strijdkrachten.
Eerder maandag getuigde Melika Malesjevic. Ze zit in de leiding van de Bosnische vereniging van voormalige gedetineerden in kampen in Bosnië-Herzegovina. De gegevens die deze vereniging nog steeds verzamelt en archiveert, illustreren dat er talrijke oorlogsmisdaden in Bosnië zijn gepleegd. Milosevic betichtte Malesjevic in het kruisverhoor van talrijke onjuistheden in haar voor een groot deel schriftelijk overlegde getuigenis. Zijn medewerkers hebben volgens de vroegere Joegoslavische president bijvoorbeeld aangetoond dat de vijftien detentieoorden die volgens de vereniging in ene gemeente bestonden, op een na helemaal nooit hebben bestaan. Hij noemde het getuigenis „één stapel leugens”. De getuige moet later terugkomen met meer gedetailleerde informatie over de veronderstelde gevangenkampen.