Vijanden lijkt Mostert niet te hebben. De gemeenteraad van Dordrecht beschouwt hij bijna als een vriendenclub. Vaststaat dat Mostert (71) als nestor van de raad de afgelopen jaren veel waardering kreeg voor zijn beminnelijke manier van politiek bedrijven.Maar weinig SGP’ers in grote steden worden zo gerespecteerd. Wat is uw geheim?

„Bewogenheid. Een SGP’er moet niet te pas en te onpas Gods Woord gebruiken in de raadzaal. Maar als het aan de orde is, moet het met bewogenheid gebeuren. Met de gedachte: al deze mensen hebben ook een ziel voor de eeuwigheid.

Ik heb vaak genoeg mijn handen gevouwen onder de tafel. Wat te moeten zeggen, maar niet te weten hoe. Maar ik kon niet zwijgen, want ook ik moet eenmaal rekenschap afleggen van hetgeen ik in de raadzaal gezegd of juist niet gezegd heb. En ze hebben mij in de raad van Dordrecht nog nooit belachelijk gemaakt.”

Is de SGP nog steeds een getuigenispartij?

„De partij wordt steeds zakelijker. In de jaren 80 bezocht ik regelmatig de vergaderingen van het verband van raadsleden in Zuid-Holland. Daar was J. Vlasblom voorzitter van. Ik zag altijd uit naar die vergaderingen, daar werd nogal eens gesproken over de daden die God aan de ziel had gedaan.

In het algemeen ligt er nu een floers over het geestelijk leven. Dat is ook merkbaar bij de SGP. Toen ik in 1980 begon als raadslid, waren veel principiële punten voor de SGP onbespreekbaar. Noem alleen maar het vrouwenlidmaatschap. Wat toen absoluut niet kon, wordt nu allemaal wat ruimer ingericht.”

Welke veranderingen hebt u bij de Dordtse gemeenteraad gezien?

„De politieke partijen zijn veel meer naar elkaar toegegroeid. Debatten waren in de jaren 80 veel agressiever. De links-rechtsverhoudingen stonden op scherp.

Tegenwoordig vormen we bijna een vriendenkring. Het debat is nog wel eens fel, maar na afloop kunnen we elkaar altijd weer de hand schudden. Ik zeg wel eens tegen raadsleden uit omliggende gemeenten die heel andere ervaringen hebben, dat ze maar eens moeten komen stage lopen in de gemeenteraad van Dordt.”

Wat waren hoogtepunten tijdens uw raadsperiode?

„In 2002 kwam onze ChristenUnie/SGP-fractie in het college. Daardoor konden we daadwerkelijk invloed uitoefenen. Als het gaat om principiële punten hebben we echt remmend kunnen werken. Zo is het aantal koopzondagen niet verder uitgebreid.”

En de dieptepunten?

„Op de twaalf koopzondagen die we nog wel hebben, komen er ontzettende veel bezoekers naar onze stad. Dat doet me verdriet. Ook wordt er één keer per jaar een boekenmarkt op zondag gehouden. Ik heb vaak gevraagd waarom dat niet op een tweede feestdag kon.

In de jaren 80 moest er een halve wijk worden afgebroken omdat er gif in de grond zat. Dat heeft me erg aangegrepen.”

De verkiezingen komen eraan. Welke tip hebt u voor andere ChristenUnie/SGP-fracties?

„Houd onverkort vast aan de uitgangspunten, wijk af noch ter linker- noch ter rechterzijde. Profileer je duidelijk met de beginselen, maar zet je niet af tegen andere partijen.”

Het raadswerk was uw baan bijna de laatste tijd. Wat gaat u nu doen?

„Dat weet ik nog niet. Als ik in de krant over de politiek lees, zal het wel eens kriebelen. Maar het is tijd om plaats te maken voor de jongere garde. Hopelijk krijg ik nu wat meer tijd voor mijn vrouw, mijn kinderen en kleinkinderen.”