Drie dagen voor moordzaak Veenendaler
De rechtbank in Utrecht heeft in maart drie dagen uitgetrokken om de strafzaak tegen de vier verdachten van de roofmoord op Veenendaler Wim van Ravenswaaij inhoudelijk te kunnen behandelen. Vooruitlopend op die inhoudelijke behandeling werden gisteren drie politiemannen als getuigen gehoord in de rechtszaal.
De advocaten van de vier Roemeense verdachten ondervroegen de agenten urenlang over hun contacten met een getuige die vorig jaar plots opdook in de zaak. Deze man, een geboren Iraniër, deelde met de 28-jarige verdachte B. C. een cel in Zweden en zou van hem details hebben gehoord over de roofmoord op 30 maart 2008. Tijdens een overval op zijn woning aan de Parallelweg zouden de Roemenen de 67-jarige Van Ravenswaaij hebben mishandeld, gekneveld en zijn mond met een stropdas hebben gesnoerd. De Veenendaler werd de volgende dag levenloos aangetroffen.Volgens de politie meldde de Iraniër zich vorig jaar augustus vrijwillig toen hij in Nederland vastzat in de gevangenis en eiste hij in eerste instantie een financiële beloning in ruil voor zijn verklaring. Toen dit werd geweigerd, zou de getuige in november alsnog met twee agenten hebben gesproken over de betrokkenheid van de verdachten en hun rolverdeling. Van dat gesprek maakten de agenten proces-verbaal op.
De Iraniër verklaarde later dat hem woorden in de mond waren gelegd en zelfs dat zijn verklaring door de politie was vervalst, maar dat werd gisteren door een van de agenten ontkend.