De eilandengroep in de Middellandse Zee, die nog geen 400.000 inwoners telt, behoort tot de tien naties die volgens de eind vorig jaar door de regeringsleiders genomen besluiten op 1 mei 2004 worden toegelaten tot de EU. In negen van die kandidaat-lidstaten mogen de burgers hun oordeel geven. Malta opende de rij. Alleen op Cyprus is tot dusver geen volksraadpleging voorzien.

Voorzitter Prodi van de Europese Commissie liet gisteren een verklaring verspreiden waarin hij de uitslag „met bijzondere genoegdoening” begroet. Hij spreekt van „een keuze voor stabiliteit en groei die een blijvend effect zal hebben op vele generaties in Malta.”

De opkomst was hoog. Ruim 91 procent van de kiesgerechtigden in de minirepubliek bracht zijn stem uit. Overigens staat de aansluiting bij de Unie nog niet definitief vast. Het resultaat van het referendum is namelijk niet bindend.

De huidige conservatieve regering in Valetta, aangevoerd door premier Eddie Fenech Adami, heeft zich sterk ingespannen om de overstap naar het verenigd Europa te verwezenlijken. Oppositieleider Alfred Sant van de Labour Party daarentegen geeft de voorkeur aan een partnerschap boven een volwaardig lidmaatschap, waarbij hij denkt aan een situatie met een vrije onderlinge handel, zonder gebonden te zijn aan alle regelgeving van de EU.

Waarschijnlijk zullen er op 12 april parlementsverkiezingen plaatsvinden. Mochten die een wisseling van de wacht opleveren, dan is de toetreding van Malta mogelijk voorlopig alsnog van de baan.

Op 23 maart gaat de bevolking in Slovenië naar de stembus. Daarna volgen Hongarije, Litouwen, Slowakije, Polen, Tsjechië, Estland en Letland.