Rijlessen in drie jaar 25 procent duurder
De gemiddelde prijs voor rijlessen is sinds 1999 met 25 procent toegenomen. Een rijschoolleerling betaalt nu gemiddeld 34 euro. Dat blijkt uit gegevens afkomstig uit het Periodiek Rijopleidingenonderzoek dat eens in de drie jaar wordt gehouden.
Het onderzoeksbureau Traffic Test benaderde voor het onderzoek eind vorig jaar ruim 3000 rijschoolleerlingen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, het milieubureau Novem en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De resultaten zijn zaterdag bekendgemaakt in het blad van het CBR, Reflector.
De rijschoolleerling blijkt gemiddeld twee lessen meer nodig te hebben om te slagen voor het rijbewijs dan in 1999. Een kandidaat voor het B-rijbewijs had in 2002 gemiddeld 44 lesuren nodig. Wie in één keer slaagt, heeft er ook al 38 lesuren op zitten. Ook dat zijn er twee meer dan drie jaar geleden.
Leerlingen van spoedopleidingen zijn niet per se beter af. Hoewel ze minder lesuren nodig hebben, neemt het verschil wel af. Leerlingen van de zogeheten compactopleiding hebben gemiddeld 39 lesuren nodig om te slagen voor het rijbewijs; een stijging van vier lesuren ten opzichte van 1999.
Ook sekse speelt een rol in het aantal lesuren dat nodig is om het rijbewijs te halen. Mannen blijken minder lessen nodig te hebben voordat ze slagen. Voor de leeftijdscategorie 18- en 19-jarigen is het verschil met vier lesuren nog relatief klein. Mannen tussen de 20 en de 25 jaar hebben echter ruim 34 lesuren nodig, terwijl dat aantal voor vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie op vijftig lesuren ligt.
Ook voor het behalen van het motorrijbewijs is het aantal te volgen lessen gestegen. Voor het A-rijbewijs hebben leerlingen gemiddeld 23 lesuren nodig. Dat is er één meer dan in 1999, maar net zo veel als in 1996.