De bruiloft
„Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een zeker koning, die zijn zoon een bruiloft bereid had.” Mattheüs 22:2
De bruid van Christus, de vrouw van het Lam, komt in Psalm 45 voor. In gestikte kleren van allerlei heilige werken wordt ze tot de Koning geleid.Kom, vergelijk nu uzelf bij deze dingen, of u in dat kleed van de bruid tot de Bruidegom Jezus denkt te naderen. Ziet u, o mens, dat u tot nog toe hebt geleefd in vervreemding van God, buiten die onschatbare gemeenschap? Ziet u dat u gezworven hebt als het veulen van een woudezel? Word daar eens recht verlegen, bekommerd, gevoelig en rusteloos onder. Neem eens een vast voornemen om op de aanbieding van een genadig God tot de bruiloft van het Nieuwe Testament te komen. Zie op uw eigen onmacht, maar toch ook vaardig en gewillig, in afhankelijkheid van de genade, op God.
U, kinderen van God, waardige bruiloftskinderen, ik nodig u in dit uur en roep u tot de bruiloft. Wel, waarom zo droevig, zo treurig, zo neerslachtig? Het avondmaal is geen treurmaal maar het is een vrolijk bruiloftsmaal. Ach, werp dan uw vrijmoedigheid niet weg. Waarom staat u van verre? Waarom zou u niet toetreden? Het is de grote Koning, Die er u toe roept. Kom dan!
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht
(”De koninklijke bruiloft”, 1774)