Aardig zijn
De Stichting Ideële Reclame (SIRE) is deze week een campagne gestart om Nederlanders aan te sporen vriendelijker te zijn voor elkaar. Eerder streed de organisatie tegen onfatsoenlijk gedrag.
De campagnes zijn geen overbodige luxe. Dagelijks zijn er in het sociale verkeer voorbeelden te vinden van onvriendelijk en onfatsoenlijk gedrag. Mensen houden weinig rekening met elkaar, tonen steeds minder respect voor hun medemens en gaan vooral graag hun eigen gang.Vroeger werd gebrek aan fatsoen toegeschreven aan gebrek aan opvoeding. Onfatsoenlijk en onopgevoed waren synoniem. Zorgwekkend is echter dat volwassenen die zijn opgegroeid in een wellevend gezin zich vandaag de dag ook meer en meer schuldig maken aan onfatsoenlijk gedrag. Zelfs vaak zonder dat ze het zich realiseren.
Het egoïsme is zo ver doorgedrongen in het bestaan van mensen dat ze het normaal vinden alleen aan zichzelf te denken en geen beleefdheid tegenover anderen aan de dag te leggen. Zo vinden veel mensen het niet meer vanzelfsprekend om voor ouderen op te staan, de deur voor een oudere of een dame open te houden en te wachten tot men aan de beurt is. Het eigen ik gaat voor alles. Onbewust zijn mensen onfatsoenlijk. Daar heeft SIRE in de achterliggende campagne aandacht voor gevraagd.
Met de nieuwe actie wil de stichting mensen zo ver krijgen dat ze niet alleen fatsoenlijker maar ook vriendelijker zijn. Dat hangt nauw samen met fatsoenlijk gedrag, maar vraagt een tandje meer. En het raakt ook meer mensen, want er zijn er die proberen fatsoenlijk te zijn maar die bepaald niet overlopen van vriendelijkheid.
Nederlanders staan in de wereld niet bekend als een vriendelijk volk. Buitenlanders vinden hun optreden zakelijk, kil en soms zelfs bot. Wie over de grenzen heeft gekeken, kan dat ook begrijpen. Een Brit, Fransman of Italiaan is veel vriendelijker en belangstellender. Zelfs de Amerikaan is gewend een onbekende te groeten, belangstellend te vragen hoe het gaat. Ook al kan men opmerken dat die vriendelijkheid niet meer is dan een dun laagje vernis, ze doet weldadig aan.
De Pruisische generaal Helmuth von Moltke, niet te verwarren met de strateeg van de Eerste Wereldoorlog, zei tegen zijn officieren: „Laat het u gezegd zijn, dat vriendelijkheid jegens anderen de eerste levensregel is, die ons veel verdrietelijkheden kan besparen.” Aardig zijn tegenover medemensen kan het leven aan stuk veraangenamen.
Ook christenen zijn lang niet altijd vriendelijk. Voor sommigen lijkt het zelfs een teken van rechtzinnigheid te zijn om niet bepaald vriendelijk te zijn tegenover onbekenden of buitenkerkelijken. Paulus schrijft aan Timotheüs dat een dienaar van de Heere vriendelijk moet zijn jegens allen, zelfs tegen de mensen die hem kwaad gezind zijn. Christenen in de oudheid wisten door hun vriendelijkheid heidense medemensen voor zich in te nemen. Hun houding maakte jaloers en overtuigde anderen dat een christen vanuit een innerlijke overtuiging rekening houdt met de medemens. Misschien voortaan toch maar iets aardiger zijn.