Opinie

Tijd voor Balkenende IV begint te dringen

Besluiten uitstellen is in de politiek soms niet te vermijden, betoogt Gert Schutte. Maar voor het huidige kabinet begint de tijd nu wel erg te dringen.

G. J. Schutte
22 January 2010 20:18Gewijzigd op 14 November 2020 09:40
„Noodzakelijke veranderingen komen bij dit kabinet moeizaam tot stand. Met het risico dat van uitstel afstel komt.” - Foto ANP
„Noodzakelijke veranderingen komen bij dit kabinet moeizaam tot stand. Met het risico dat van uitstel afstel komt.” - Foto ANP

De verkiezingscampagne van Obama stond in het teken van verandering. Veel Amerikaanse kiezers voelden zich erdoor aangesproken. Nu Obama inmiddels een jaar president is, overheerst bij velen teleurstelling. Waar blijft de verandering? En is verandering echt verbetering?Drie jaar kabinet-Balkenende IV roept bij sommigen vergelijkbare reacties op. Er zijn in die jaren knopen doorgehakt. Zo is het principebesluit over een hogere AOW-leeftijd genomen, ondanks veel politiek en maatschappelijk verzet. Er is sprake van een duidelijke koersverandering in het drugs- en het prostitutiebeleid. En zo is gelukkig meer te noemen. Maar dat neemt het beeld niet weg dat noodzakelijke veranderingen moeizaam tot stand komen. Met het risico dat van uitstel afstel komt.

Nu heeft een vergelijking met de situatie in Amerika maar beperkte betekenis, al was het maar omdat een coalitiekabinet van drie sterk verschillende partijen minder voortvarend kan handelen dan een president wiens partij een meerderheid heeft in de volksvertegenwoordiging. Zelfs als in een coalitieakkoord tal van afspraken zijn gemaakt, kan de uitwerking ervan nog moeilijk zijn. Bovendien doen zich altijd onvoorziene ontwikkelingen voor.

De economische crisis is daarvan het meest sprekende voorbeeld. Toen het erom ging grote banken overeind te houden, bleek het kabinet tot krachtig handelen in staat. Maar de structurele herstelmaatregelen voor de economie en de overheidsfinanciën zijn op de lange baan geschoven. Maar liefst negentien ambtelijke werkgroepen moeten in het voorjaar met ingrijpende voorstellen komen.

Toch gaat het hier om een bewuste keuze, die ook op maatschappelijke steun kon rekenen. Snelle ingrepen zouden het noodzakelijke herstel eerder frustreren dan bevorderen. Dit voorbeeld geeft echter tegelijk aan welke risico’s hiermee gelopen worden. Dit kabinet zal na het verschijnen van de ambtelijke rapporten verstrekkende keuzes moeten maken en daarvoor de nodige wettelijke maatregelen treffen.

Verloren jaren

Op die duidelijkheid hebben de kiezers recht. En wat belangrijker is: als dat niet tijdig vóór de verkiezingen van 2011 gebeurt, staat alles in dat jaar weer ter discussie en kunnen 2010 en 2011 verloren jaren worden.

Ook als er geen sprake is van onvoorziene ontwikkelingen duurt politieke besluitvorming soms erg lang. Een tamelijk simpele zaak als de aanpassing van de Winkeltijdenwet om misbruik van mogelijkheden van zondagopenstelling tegen te gaan, is na drie jaar nog niet geëffectueerd. En de afspraak in het coalitieakkoord om een staatscommissie in te stellen voor herziening van de Grondwet leidde pas na ruim twee jaar tot daadwerkelijke instelling. Met als te verwachten gevolg dat eventuele wijzigingsvoorstellen niet voor de verkiezingen door beide Kamers kunnen worden behandeld.

Zowel de wijziging van de Winkeltijdenwet als de herziening van de Grondwet had bij de verantwoordelijke ministers kennelijk geen hoge prioriteit. Ook in de Tweede Kamer konden zij niet op veel enthousiasme rekenen. Een werkwijze die dan wel wordt gekozen is het vragen van advies. Zo werd het plan voor de staatscommissie, waar een groot deel van de Kamer niet veel in zag, om advies voorgelegd aan de Raad van State. Dat leverde een gedegen advies op, maar leidde nauwelijks tot aanpassing van het kabinetsplan.

Politieke herfst

Soms duurt een procedure ook extra lang doordat de Kamer er de tijd voor neemt, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met deskundigen of burgers en organisaties uit te nodigen te reageren op kabinetsplannen. Dit behoort tot de rechten van de Kamer. Een zorgvuldige afweging van belangen mag van haar verwacht worden. Dat gebeurde ook wel ten tijde van de paarse kabinetten. Het waren toen vooral de christelijke partijen die bijvoorbeeld een advies van de Onderwijsraad bepleitten als het kabinet kwam met voorstellen die geen goed deden aan de vrijheid van onderwijs.

Afspraken in een coalitieakkoord hebben maar betrekkelijke waarde. Als een partij hecht aan bepaalde afspraken is het zaak ook toe te zien op de uitvoering ervan. Worden vanaf het begin de juiste prioriteiten gesteld op de departementen? Wordt rekening gehouden met de eigen verantwoordelijkheid van het parlement? Ook als dit gebeurt zijn er nog genoeg onderwerpen die garant staan voor moeizaam politiek overleg.

Na drie jaar Balkenende IV zou het oogstjaar nu aangebroken moeten zijn. Het kan nog. Maar de politieke herfst is wel dichtbij.

De auteur is oud-lid van de Tweede Kamer voor het GPV.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer