Al Qaida was voor 2003 geen bekende terroristische organisatie in Turkije. Er was een andere terroristische organisatie van moslims, namelijk Hezbollah (niet gerelateerd aan de gelijknamige beweging in Libanon). De Turkse geheime diensten hadden die beweging ingezet in de strijd tegen de Koerdische afscheidingsbeweging PKK. De leider van de Turkse Hezbollah werd in 2000 vermoord, waarop de beweging snel aan kracht verloor. Mehmet Farac, onderzoeksjournalist voor dagblad Cumhuriyet en gespecialiseerd in moslimterrorisme: „Er viel een leegte in het veld van de moslimterroristen en al–Qaida vulde die ruimte op".De groep zette zichzelf op de kaart met aanslagen in 2003 op de Britse ambassade, een bank en twee synagoges in Istanbul. Onderzoek wees uit dat sommige daders eerder actief waren voor Hezbollah. Farac: „Al Qaida is succesvol geweest in het aan zich binden van moslimextremisten die eerder actief waren voor andere groeperingen".

Dat Turkije een interessant land is voor al–Qaida, komt door de structuur van de Turkse staat, zegt Farac. „Turkije is een moslimland, maar het kent geen sharia en is juist een seculiere staat. Dat is moslimfundamentalisten natuurlijk een doorn in het oog".

Verscheidene leden van de ongeveer tweehonderd tot vijfhonderd leden tellende Turkse tak van Al Qaida zijn opgeleid in Pakistan en Afghanistan, maar financieel moeten ze zichzelf bedruipen. Dat maakt ze ook kwetsbaar, zegt Farac: „Ze plegen bijvoorbeeld overvallen op juweliers om aan geld te komen. Zo komt de politie hen vrij makkelijk op het spoor. Ze werden al een jaar of twee gevolgd, maar nu was er haast geboden: na de aanslag op een militaire basis eerder deze maand in de Afghaanse hoofdstad werden er ook aanslagen in Turkije verwacht".