Cultuur & boeken

Een tot begrip geneigde geest

Als er nu eens een goed artikel over hem geschreven zou worden, dan zou dat er boven moeten staan: een tot begrip geneigde geest.

tekst Wim van Egdom
22 January 2010 14:06Gewijzigd op 14 November 2020 09:40

Maar Barnard zou Barnard niet zijn als hij er in december 1965 in zijn dagboek niet direct bij zou schrijven dat er eigenlijk maar één de auteur kan zijn van zo’n artikel: hijzelf.De titel van de verzamelde dagboeken van 1945-2005 van Willem Barnard (1920), ”Een zon diep in de nacht”, is al een juweeltje op zich. Het is een regel uit het door hem vertaalde lied 446 van John Newton uit het Liedboek voor de kerken.

En dan zijn we eigenlijk direct bij het hart van het werk van Barnard, de dichter-schrijver-theo­loog. Want hij is het alle drie. Het Liedboek staat vol met liederen waarvan hij de auteur is. En een theoloog is hij ook, al is hijzelf de eerste om volmondig toe te geven dat hij nimmer een gemeentepredikant is geworden.

In de inleiding van zijn dagboeken schrijft hij dat hij streng heeft geselecteerd, omdat hij vindt dat het „zeurgehalte” van de originele dagboeken te hoog is. „Ik lig overhoop met mijn taak in de kerk, met mijn plek in de letterkunde en niet het minst met mijzelf.”

Iets verderop: „Zo’n dagboek registreert onbeschaamd je stemming en die was vaak rancuneus: ik mopper op de generale staf van de literaire krijgsmacht, ik profeteer tegen de kerkstructuur en de laksheid van het kerkvolk, van de weeromstuit ketter ik tegen mijzelf (het werkwoord ”tekortschieten” wordt uitvoerig vervoegd.)”

Een zo eerlijke en openhartige inleiding maakt het des te moeilijker om kritisch over de verzamelde dagboeken te schrijven. Daar komt bij dat Willem Barnard niet zomaar in een paar regels is te vatten. Hoe zal deze taalvirtuoos, deze tovenaar met letters en woorden, zich ooit in een krantenartikel laten beschrijven?

Zeker, er is kritiek te leveren op de verzamelde dagboeken van de grote dichter, schrijver en theoloog die van de Nederlandse Hervormde Kerk ooit overging naar de Oud-Katholieke Kerk en op z’n oude dag denkt lid te zijn van twee kerken. Hij weet het niet meer. Is hij ooit wel uitgeschreven bij de Hervormde Kerk? Ook dat tekent hem. De afkeer van het formele, het formulierenwerk. Inschrijven, uitschrijven; dat is aan Barnard allemaal niet besteed. En het onderschrijven van leerstellingen is al helemaal niet zijn ding. Al zal hij de uitdrukking ”zijn ding” ongetwijfeld verfoeien. Barnard onderschrijft maar één document: de thora. Wie het Oude en het Nieuwe Testament van elkaar wil loszingen of lospreken, vindt hem als fel tegenstander op zijn weg.

Liturgie en eucharistie. Daarover kan hij in zijn dagboek zingen. Zomaar ineens breekt hij los in een jubelzang op dat wat er gebeurt in de liturgie. Dan wordt de wat cynische schrijver ineens een kind dat met grote, glanzende ogen toekijkt en ieder woord, iedere toon in zich opzuigt. En dat hij zijn gevoelens op zo’n moment ook nog in woorden kan vertalen, is misschien nog wel het knapste.

„Weet je hoe ik me voel?” schrijft hij op 8 april 1971. „Als iemand die luit speelt, gezeten op de bulderbaan van Schiphol. Let wel, hij speelt luit, met een t.”

Hoe kun je over de dagboeken van Willem Barnard schrijven zonder te citeren? 7 oktober 1973. Israël wordt op Grote Verzoendag aangevallen door z’n buren. Barnard: „Het is alleen maar mateloos droef, want ik kan nu niet anders dan hopen dat Israël wint, – maar hoe meer Israël wint, des te meer verliest Israël.”

2 september 1974: „Dit dagboekschrijven is hetzelfde als wat de hond doet: krabben op plaatsen waar het jeukt.”

September 1986: „Het is afschuwelijk, die stemmingswisselingen, dat plotselinge omslaan van het inwendige weer. En het komt alleen maar doordat ik een weekdier ben met een slecht-sluitende schelp. Door die kier komen geluiden en berichten binnen waar het weekdier niet tegen kan, ze lossen zijn substantie op, ze vreten zijn bestaan als een zuur aan.” Is er ooit een psycholoog geweest die zo puntig heeft verwoord wat talloze gevoelsmensen, in alle soorten en maten, voelen en ervaren?

In 1995 overlijdt zijn vrouw, Tinka. In dat jaar ontstaat de bundel ”Onbereikbaar nabij” en pas in 1997 zijn er, volgens Barnard, weer „citeerbare” dagboekfragmenten. Na 2005 stopt Barnard helemaal met het schrijven in zijn dagboek. Tussendoor zijn er depressieve periodes waaruit hij het toen geschrevene niet voor het daglicht wil brengen.

Barnard is een gevoelsmens. Op en top. Hij geeft zelf ook aan dat zijn dagboek niet gelezen moet worden als een verslag. Want hij kan geen verslagen schrijven, vindt hij zelf. Maar als de wind in de raderen komt, dan schrijft hij zomaar een paar bladzijden in z’n dagboek vol over het een of ander. Over een dienst die hij net bezocht heeft en waarin de eucharistie werd gevierd. Of over z’n boosheid vanwege het feit dat er vanwege allerlei kerkordelijke bepalingen kritiek is op zijn liederen voor het Liedboek dat wordende is.

Maar alle terechte kritiek, door hemzelf al gedeeltelijk opgevoerd in de inleiding van de dagboeken, versmelt wanneer de aandachtige lezer de dunne pagina’s (er zijn er 857 in de kaft gepropt) tussen de vingers voelt. Soms zijn er schrijfseltjes waarin Barnard zich verlaagt tot een taalgebruik waar hij, zéker hij, zich voor moet schamen. Niet alles is publicabel, niet alles kan gezegd en genoteerd worden, zelfs niet in een dagboek. Maar verreweg de meeste dagboekstukjes zijn pareltjes die je rond moet draaien om hun schoonheid echt te kunnen bewonderen. Zinnen die je moet proeven op je literaire tong en waarvan je minutenlang kunt genieten.

De grootste kritiek blijft dat het dagboek niet volledig is. Want ondanks respect voor persoonlijke gevoelens die je niet zomaar te grabbel wilt gooien voor het grote publiek, wekt de publicatie van een dagboek wel de suggestie dat de lezer op reis mag naar het innerlijk van de schrijver.

En die reis blijft in Barnards dagboeken, helaas, toch ten dele.

Dagboek van Willem Barnard vertoont veel en diepe gaten

Een zon diep in de nacht, de verzamelde dagboeken 1945-2005, Willem Barnard; uitg. Skandalon, Vught, 2009; ISBN 978 90 76564 83 8; 857 blz.; € 39,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer