Op Goed Gerucht: gezicht van het moderne midden
Op Goed Gerucht, de theologenbeweging in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) die geen modaliteit wil zijn, bestaat dit jaar een decennium. Na een wat aarzelende start lijkt de beweging haar plaats in de Protestantse Kerk gevonden te hebben. „Wij zijn bang voor de dag dat we ergens in Nederland een bureau met een postbusnummer krijgen. Dan doen we het niet goed.”
Ds. J. Offringa, inmiddels vijf jaar voorzitter van Op Goed Gerucht (OGG), wil per se niet uitstralen dat hij de leider is van een modaliteit in de Protestantse Kerk. Lachend: „Nee, dat willen we niet. We zijn een bewéging. Het moet allemaal niet te statisch worden. We zeggen wel eens lachend tegen elkaar dat het ergste wat ons kan overkomen een hoofdkantoor is ergens in Nederland met een postbusnummer. Dan doen we het dus niet goed.”Doel of niet: OGG is de laatste jaren uitgegroeid tot een pseudo-modaliteit die het moderne midden van de PKN een gezicht geeft. Was OGG in de beginjaren van zijn bestaan vooral een groep theologen die nogal eens antithetisch in het nieuws kwam, de laatste jaren lijkt het zich wat gesetteld te hebben. In 2009 koos de generale synode van de Protestantse Kerk, tegen de voordracht van het moderamen in, de oud-voorzitter van OGG, ds. P. Verhoeff uit Alkmaar, zelfs tot preses van de synode.
Een mooi wapenfeit voor een modaliteit die geen modaliteit wil zijn.
Ds. Offringa: „Wij zijn blij met ds. Peter Verhoeff als preses van de synode. Het is een goede preses en een man die kerkbreed denkt. Noem zijn benoeming desnoods een indirect bewijs van waardering voor onze beweging. Maar hij zit daar natuurlijk niet namens ons. Wij zoeken geen macht. OGG wil niet anders dan het moderne midden van de kerk een gezicht geven.”
Kunt u dat gezicht iets scherper uittekenen?
„Dat is niet gemakkelijk. Kijk, wij zijn geen vereniging waarvan gewone gemeenteleden lid kunnen worden. We beleggen studiedagen waarop we met elkaar over bepaalde thema’s willen nadenken. We willen niet de pretentie hebben dat we overal verstand van hebben. Dat moet de kerk als geheel ook niet willen, trouwens. Wat dat betreft vond ik het een verademing dat de synode het voorstel van het moderamen om een brief over seksualiteit aan alle gemeenten te schrijven, heeft weggestemd.”
De kerk heeft volgens u niets te zeggen over seksualiteit.
„De landelijke kerk moet daar-over geen algemene uitspraken doen. Laat dat nu toch alsjeblieft aan de plaatselijke gemeenten. Daar hoort dit onderwerp thuis. Wat dat betreft, vind ik ordinan-tie 5.4 van de kerkorde, waar geregeld wordt dat het aan de plaatselijke gemeente is te besluiten of niet-huwelijkse relaties wel of niet gezegend worden, een vondst. We weten hoe verdeeld de kerk over dit onderwerp is.”
De verdeeldheid in de PKN komt niet alleen tot uiting als het over seksualiteit gaat. Hoe kijkt u aan tegen de discussie rond ds. K. Hendrikse naar aanleiding van zijn uitlatingen over het bestaan van God?
„Je moet onderscheid maken tussen dat wat ds. Hendrikse zegt en het kerkelijk onderzoek dat er nu gaande is. Wat het eerste betreft: ik vind het verhaal van ds. Hendrikse inhoudelijk niet sterk. Maar de discussie die hij aanzwengelt rond de godsvraag is wel essentieel en moeten we niet uit de weg gaan. Tegelijk zeg ik: Een procedure zoals die nu sleept, moet je als kerk niet willen, dat levert alleen maar verliezers op.”
Zijn er voor u grenzen aan dat wat wel of niet gezegd kan worden in de kerk?
„In de PKN kan, wat ons betreft, veel. We moeten een brede volkskerk zijn met respect voor verschillende meningen.”
Wat kan volgens u níet in de Protestantse Kerk?
„Wij zetten mensen nooit de kerk uit. Mensen kunnen hoogstens zelf besluiten de kerk te verla-ten. Als kerk moeten we echter op punten wel duidelijk maken of mensen zich nog in de weg van de christelijke traditie bewegen. Als een predikant zegt: „Dood is dood”, dan zeg ik: Nu begeeft u zich buiten de christe-lijke traditie. Gelooft een predikant in reïncarnatie? Dan be-weegt hij zich niet meer in de lijn van de christelijke traditie. Maar de vragen die ds. Hendrikse stelt over het bestaan van God, naar hoe we in de kerk moeten omgaan met oude en nieuwe godsbeelden, dat zijn beslist géén onchristelijke of atheïstische vragen.”
De ideale kerk van Op Goed Gerucht is een kerk die…
„Erkent dat er onder de ”holding PKN” diverse merken hangen. Wees daar maar eerlijk over. Holding klinkt me te zakelijk in de oren, maar het is een beeld. We moeten echt stoppen met dat krampachtig met één mond willen spreken. Tegelijk ben ik trots op het feit dat de Protestantse Kerk er gekomen is. We hebben het toch maar voor elkaar gekregen om van drie kerken één kerk te maken. Dat zich vervolgens groepen van die kerk hebben afgescheiden, is hun eigen beslissing. Dat was onnodig.”
OGG belegt vrijdag een studiedag over missionair gemeente-zijn. U wilt zich inzetten voor een missionaire kerk?
„Missionair gemeente-zijn is in OGG geen vies woord en we laten dat woord niet door ande-ren kapen. We doen trouwens ook mee in de landelijke beraadsgroep van de PKN. Tegelijk be-tekent missionair zijn voor ons niet dat we de zeepkist op moe-ten. We willen in gesprek met anderen en daarin ook laten zien waar we zelf voor staan. OGG wil een respectvolle dialoog met iedereen. Binnen en buiten de kerk.”