Tweede leven voor Maastrichter mergelgroeve
Jarenlang speculeerde Maastricht over de toekomst van de omstreden ENCI-groeve in de Sint-Pietersberg. Nu is de kogel door de kerk: de mergelwinning stopt definitief in 2018. Natuurmonumenten ontfermt zich over de enorme put. „We geven de groeve terug aan Maastricht.”
Kaplaarzen zuigen zich vast in de gelige blubber. Vervaarlijk grommende diepladers vol slik razen voorbij. Ver beneden klinkt geratel van machines. Een blik over de rand doet de adem stokken; de groeve imponeert.Een gigantische krater in een surrealistisch maanlandschap. Die associatie dringt zich direct op na het zien van het 135 hectare grote gat. Waar een krater doorgaans niets dan puin en stof oplevert, is deze put echter een bron van grote rijkdom voor de Eerste Nederlandse Cement Industrie.
ENCI exploiteert de mergelgroeve al sinds 1926. Jaarlijks wint het bedrijf 900.000 kuub kalksteen voor de productie van cement, en voorziet daarmee in 25 procent van de Nederlandse cementbehoefte.
Ambitieus
Het is nauwelijks voor te stellen dat deze uitgestrekte witte vlek de komende tien jaar moet veranderen in een groen natuur- en recreatiegebied. Toch is het zo. Vereniging Natuurmonumenten presenteerde woensdag in een nabijgelegen restaurant haar plannen om de groeve een tweede leven te geven.
Ambitieuze plannen, erkent Eduard Habets, beheerder Natuurmonumenten Zuid-Limburg. Al was het alleen al om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. „Toch kunnen we nu spreken van een constructieve samenwerking tussen overheid, belangenorganisaties, ENCI en Natuurmonumenten. Samen zijn we er in geslaagd de energie te richten op het creëren van meerwaarde in plaats van op het verdedigen van afzonderlijke belangen.”
Waaruit bestaat die meerwaarde? Niet uit een pretpark of een groot binnenmeer, enkele van de vele wilde plannen die circuleerden. Nee, in 2020 –twee jaar nadat ENCI de laatste mergel heeft gewonnen– moet de groeve zijn getransformeerd tot een „unieke combinatie van natuur, recreatie en bedrijvigheid.” Habets: „We geven de groeve terug aan Maastricht.”
Ecoloog Peter Voorn glundert. „Dit wordt een bolwerk van biodiversiteit, zowel boven- als ondergronds.” Zo’n 60 hectare verandert in natuur, met zeldzaam kalkgras en andere kalkminnende flora. De terrassen worden daarvoor deels schuin afgewerkt. Niet alle steile wanden verdwijnen; ook kalkrotsvegetatie krijgt een kans.
Voorn verwacht dat dit stuk unieke natuur in combinatie met meertjes en poelen én het warme klimaat tal van dieren en insecten zal aantrekken. Het broedgebied van de oehoe, sinds 1997 vaste gast in de groeve, is aangewezen als stiltegebied.
De nieuwe natuur beslaat straks het grootste deel van de groeve en ligt vooral achterin. Voorin, waar nu nog de grijze fabrieksgebouwen van ENCI staan, komt ruimte voor nieuwe bedrijven. Achter de industrie komt een overgangszone waarin horeca een plaats krijgt. Daar weer achter is ruimte voor recreatie en natuurbeleving, voor wandelaars, buitensporters, maar ook voor geologen en fossielenzoekers.
Per 1 januari volgend jaar komen d’n Observant, de kunstmatige berg links van de groeve, en de oehoe-vallei al in handen van Natuurmonumenten. In de jaren daarna volgt de gefaseerde inrichting van de rest van het terrein. De eerste wandelaars kunnen in 2020 de groeve in.
Wantrouwen
De plannen klinken prachtig. Té mooi haast. Miets Morreau gelooft het pas als ze het ziet. „Ik vertrouw ENCI voor geen cent.” Het tekent het diepgewortelde wantrouwen tussen de omwonenden en het bedrijf.
Coen van der Gugten van Stichting Sint-Pietersberg Adembenemend: „Er is een dik dossier dat verhaalt van strijd tegen een industrie die haar activiteiten vaak zelfs met een strategie van voldongen feiten aan de omgeving opdrong.”
Uit die impasse moesten we weg, zegt Van der Gugten. Bij de politiek groeit –na een burgerinitiatief twee jaar geleden– het besef dat duidelijkheid over de toekomst van de groeve noodzaak is. Een projectgroep met alle betrokkenen buigt zich over een herinrichtingsplan. „We wilden de sfeer van tegengestelde belangen ombuigen in een sfeer van gezamenlijk perspectief.”
Dat lijkt nu eindelijk gelukt. ENCI draagt zelfs voor 9,3 miljoen euro bij aan de transformatie van de groeve. Een normale zaak, volgens Peter Mergelsberg van de cementproducent. „Het toont aan dat wij als exploitant ook een bepaalde verantwoordelijkheid hebben én nemen.”
Al had ENCI wat hem betreft best langer in de groeve mogen blijven. „We zouden hier tot minimaal 2040 mergel kunnen winnen. Maar goed, de Nederlandse houding ten opzichte van productiebedrijven is nu eenmaal negatief. En de hardste schreeuwers krijgen het meeste voor elkaar.”
Natuurliefhebbers zal de onderhuidse onmin een zorg zijn. Die kunnen straks, als alles doorgaat, naar hartenlust ronddolen op een van de opmerkelijkste plekken van Nederland.