In het donderdag gepresenteerde rapport ”Global Economic Prospects” voorspelt de ontwikkelingsbank dat de armere economieën dit jaar naar verwachting met gemiddeld 5,2 procent groeien, door een groei van 5,8 procent in 2011. „Dat zijn zeer gematigde groeipercentages”, verduidelijkt de Nederlandse econoom Hans Timmer, een van de auteurs van het rapport. „Ze zullen leiden tot hogere werkloosheid. Deze landen hebben minimaal 6,5 procent groei nodig om de arbeidsmarkt mee te laten groeien.”Volgens de Wereldbank kost het de ontwikkelingslanden nog jaren voordat de schade van het afgelopen jaar is ingelopen. Doordat banken veel voorzichtiger zijn geworden bij het uitlenen van geld, wordt het voor de meeste landen in het komende decennium veel moeilijker om aan de kredieten te komen die ze voor de crisis wel kregen. Hun economieën dreigen daardoor de komende zeven jaar tot 0,7 procentpunt per jaar minder te groeien dan zonder de crisis zou zijn gebeurd, zo becijferden de economen van de bank.

Volgens Timmer moeten vooral opkomende landen als China en Brazilië zich tegen het tekort aan krediet wapenen door de eigen financiële sector verder te ontwikkelen. „Ze zitten in een goede positie. Het groeipotentieel is er zelfs groter dan in de rijke landen.”

Daarvoor moet er echter nog veel verbeterd worden aan de financiële infrastructuur in die landen, bijvoorbeeld aan het toezicht. Zij zullen daarbij graag gebruikmaken van de fouten die in het Westen zijn gemaakt, denkt Timmer. „Denk maar aan de buffers die banken moeten aanhouden, dat zullen ze zeker anders willen aanpakken.”

Armere landen in Afrika en Azië ontberen de mogelijkheid om de eigen banksector verder op te tuigen. Zij zijn vooral gebaat bij betere internationale samenwerking. Daarbij moeten rijke landen niet uit het oog verliezen dat ze economisch kunnen winnen door te investeren in armere landen, betoogt de econoom. „De economie herstelt niet als iedereen alleen in het eigen land investeert. Rijke landen moeten ook geld buiten de grenzen besteden.”