Religie en tv
De Britse publieke omroep besteedt te weinig aandacht aan religie. De Anglicaanse Kerk buigt zich komende maand tijdens de generale synode over een rapport dat pijnlijk in beeld brengt hoe het aantal religieus getinte mediaprogramma’s van de BBC de afgelopen decennia drastisch is gedaald. In aantal zenduren valt die daling nog mee, van 177 naar 155 uur in twintig jaar tijd, maar daar staat tegenover dat het aantal algemene programma’s intussen is verdubbeld.
Niet alleen de aandacht voor godsdienst is sterk verdund. De Britse bisschoppen zijn vooral ontevreden omdat programma’s steeds vaker het karakter hebben van een show, of dat religie wordt neergezet als achterhaald of problematisch. Daar komt een portie onkunde van de presentatoren bij: volgens The Christian Institute meldde BBC-nieuws in 2008 dat mensen met Pasen naar de kerk gaan om „de wedergeboorte van Christus” te gedenken, in plaats van Zijn opstanding. Begrijpelijk dat kerkelijke leidslieden dan de wanhoop nabij zijn.De BBC is niet zomaar een omroep. De eerste nationale omroep ter wereld zendt al uit sinds 1922 en bouwde sindsdien de reputatie op van een serieuze, objectieve publieke dienst die een groot deel van de Engelstalige wereld van nieuws en achtergrondinformatie voorziet. Vriend en vijand gaan ervan uit dat daarmee ook de publieke opinie wordt beïnvloed. Dat hoeft niemand te verwonderen, want écht objectieve nieuwsvoorzieningen betaan niet. Elk medium stuurt z’n lezers of kijkers, al was het maar door het weglaten of juist uitvergroten van aandacht voor bepaalde thema’s.
Het genoemde rapport is daar een illustratie van. De vraag is natuurlijk wie hier kip is en wie ei. Daalt het aantal religieuze tv-programma’s omdat de samenleving langzamerhand seculariseert, of werkt het juist omgekeerd? Dat is in dit concrete geval moeilijk te zeggen, maar het staat buiten kijf dat media een grote rol hebben in de meningsvorming over religie. En juist een publieke omroep, die grotendeels met gemeenschapsgeld gefinancierd wordt, moet voorkomen dat het gedachtegoed van minderheidsgroepen in de verdrukking komt.
De vraag doet zich voor of christenen zich werkelijk druk moeten maken over hun imago in media zoals de tv. Inderdaad, dat medium leent zich er per definitie slecht voor om een serieuze, doorwrochte en bezinnende boodschap over te brengen – laat staan een verkondiging die recht doet aan de centrale boodschap van het Woord van God: de oproep tot bekering, tot het verlaten van de zonde en het geloof in Jezus Christus. De Amerikaanse voorganger John Piper stelde onlangs in deze krant dat tv juist averechts werkt: „Televisie verzwakt ons vermogen om Christus te aanbidden.”
Toch wil dat niet zeggen dat de Britse bisschoppen deze ontwikkeling maar over hun kant moeten laten gaan. Minder of negatieve aandacht voor religie betekent onontkoombaar een erosie van de moraal, verwatering van ethische standpunten over belangrijke thema’s en oppervlakkige argumentatie in discussies. Hoe zoetsappig, vertekend of venijnig het beeld van christenen in de media ook is: laten zij in daad en woord tonen wat het is christen te zijn.