Bijvoederen geen goede zaak
Het bijvoederen van de grote grazers in het natuurgebied Oostvaardersplassen zou alleen maar averechts werken. Hans Breeveld van Staatsbosbeheer zei dat dinsdag naar aanleiding van klachten dat de dieren aan hun ’lot worden overgelaten’ in perioden van vorst en veel sneeuw. De Tweede Kamer houdt woensdag een spoeddebat over deze kwestie, aangevraagd door de PVV.
In de natuur geldt het recht van de sterkste. Als er eten wordt ’bezorgd’, zorgen de sterke dieren dat ze vooraan staan. Ze zijn niet geneigd de zwakkere dieren voor te laten gaan, omdat die het harder nodig hebben.Daarnaast houdt meer eten de voortplanting in stand in jaargetijden dat vrouwtjes normaal niet vruchtbaar zijn. Dat betekent meer dieren, meer bijvoederen. Volgens Breeveld is dat een cyclus die dan maar voortduurt.
De gevolgen daarvan zijn veel ingrijpender. Het aantal dieren groeit, maar het gebied niet. Op een gegeven moment moeten er gezonde en zelfs drachtige dieren worden afgeschoten. Zonder bijvoederen doet de natuur zijn werk en sterven alleen oude en zwakke dieren.
De ongeveer elfhonderd Konikpaarden, vijfhonderd Heckrunderen en 2200 edelherten in het 5600 hectare grote natuurgebied leiden een natuurlijk leven, maar hoeven niet de lijden. De boswachters houden de dieren tijdens hun dagelijks rondes goed in de gaten. Is een dier te verzwakt, kreupel of ziek dan schieten ze het dood. Het klinkt cru, maar zo komt 80 tot 90 procent van de dieren aan zijn eind, aldus Breeveld.
Dode edelherten blijven liggen, als voer voor aaseters zoals raven, roofvogels en vossen. Aasetende kevers profiteren er ook van. Zij hebben de kadavers nodig voor hun voortplanting. De kadavers van Koniks en Heckrunderen worden nu wel weggehaald. Het is nog de vraag of die in de toekomst ook mogen blijven liggen.