Opinie

Groot niet altijd goed

Bij spruitenkoppen die doorschieten, gaat het grootste deel van de groeikracht naar de staak en het blad. De spruitkool zelf lijdt eronder, verliest zijn smaak en wordt voos.

15 January 2010 23:18Gewijzigd op 14 November 2020 09:37

Dat probleem kan zich ook voordoen bij organisaties die door fusies en schaalvergroting uitgroeien tot mammoetinstellingen. En er zijn nogal wat van die giganten. In de laatste 25 jaar van de vorige eeuw was er niet alleen een tendens tot fuseren in het bedrijfsleven, maar bijvoorbeeld ook op het terrein van de zorg en het onderwijs.De bestuurlijke slagkracht mag daardoor wellicht toenemen, maar de bureaucratie en de overlegmomenten nemen eveneens toe. Veel tijd van de werkers gaat verloren aan het synchroniseren van de werkprocessen en aan het rapporteren aan het management. Ongetwijfeld allemaal nuttig en nodig, maar de zorg voor de patiënt of het onderwijs aan de leerlingen lijdt daar nogal eens onder. De meeste energie en potentie komen op die manier vaak niet ten goede aan de cliënt maar gaan op aan het overeind houden van de organisatie, dus bij wijze van spreken aan de spruitstok en niet aan de spruitkool.

Inmiddels lijkt in Den Haag en elders het besef te groeien dat groot niet altijd goed en voordelig is. Staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid zei deze week dat in de zorgsector de voordelen van grote organisaties niet bestaan of niet worden benut. De bewindsvrouw deed deze uitspraak naar aanleiding van de presentatie van het rapport ”Trouw aan de belofte”. Daarin werd geconstateerd dat zorginstellingen op het operationele terrein lang niet altijd de beste prestaties neerzetten. Veel tijd gaat op aan interne bureaucratie. Professionals krijgen te weinig ruimte. De staatssecretaris toont zich voorstander van kleinere tehuizen waarin minder vergaderd en meer verpleegd of verzorgd wordt.

In Amerika spraken de megakerken lang tot de verbeelding. Het heeft ook wel iets om met 5000 of 10.000 mensen tegelijk te zingen, te bidden of te luisteren naar een preek. Sommige kerkelijke gemeenten kochten stadions en bouwden die om tot gebedshuis. De seculiere media waren kind aan huis om reportages te maken. Terwijl iedereen dacht dat het christendom op zijn retour was, leek het erop dat er juist sprake was van een revival.

Sinds enige tijd is in de Verenigde Staten de discussie gaande of megakerken wel zo wenselijk zijn. Kunnen mensen er niet te gemakkelijk opgaan in de massa? Wat blijft er over van de broederlijke zorg voor elkaar; van de christelijke gemeenschapszin? Enkele grote stadskerken hebben al het besluit genomen de gemeente te splitsen in kleinere gemeenten, zodat er weer oog kan komen voor elkaar, voor de individuele mens met zijn noden en zorgen.

Groot lijkt indruk te maken, heeft de naam efficiënt te zijn, maar mega­kerken en mammoetinstellingen kunnen vaak onvoldoende aandacht geven aan de persoonlijke noden van kerkgangers, patiënten en zorgvragers. Ook bij kerken en instellingen is het nodig maat te houden willen zij hun taak kunnen uitvoeren. Ook op dit terrein geldt: kleiner is fijner.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer