De best mogelijke wereld
De namen van Arminius en Gomarus komen in het boek niet voor. Wel een verwijzing naar het calvinisme en de „strikte predestinatie.” De filosoof en Spinozabiograaf Steven Nadler beschrijft in ”De best mogelijk wereld” een groots debat in het Frankrijk van de zeventiende eeuw. Interessant omdat er duidelijke parallellen met het predestinatiedebat in de Republiek zijn aan te wijzen.
Hoofdrolspelers in Frankrijk zijn de Duitse filosoof en wiskundige Gottfried Wilhelm Leibniz, de minder bekende jansenist Antoine Arnauld en de denker Nicolas Malebranche. Zij kruisen met elkaar de degens over de eeuwige vragen van de filosofie, en bovenal over God. Hoe valt het feit van een boze wereld te verzoenen met de regering van een oneindig goede en almachtige God? Waarom overkomen goede mensen slechte dingen, en andersom?Het steekspel tussen Arnauld en de Malebranche duurt bijna vijftien jaar. Nadler noemt de honderden bladzijden een „rijke en fascinerende bron” voor vroegmoderne opvattingen over kennis, oorzakelijkheid, de menselijke geest, over genot en vrijheid, over God, genade en wonderen.”
Arnauld heeft grote moeite met de opvatting van Malebranche dat God alleen bij algemene wilsbesluiten handelt, niet bij specifieke. Hoe kan een goed christen de opvatting tolereren dat God wordt ontheven van verantwoordelijkheid voor élk deel van Zijn schepping? „God laat elke regendruppel vallen bij specifiek wilsbesluit.” Arnauld had de Heidelbergse Catechismus zondag 10 geschreven kunnen hebben, en niet alleen die paragraaf.
De best mogelijke wereld, Steven Nadler; uitg. Atlas, Amsterdam/Antwerpen 2009; ISBN 978 90 450 1413 5; 352 blz.; € 24,90.