„Dader en slachtoffer bij huisverbod opgelucht”
Zet het huisverbod zoden aan de dijk? Twee burgemeesters over de maatregel die huiselijk geweld te lijf moet gaan. „Dader en slachtoffer zijn vaak wonderlijk opgelucht.”
Jong stel, allebei half in de twintig. Klein kindje in huis. Het gaat mis. Hij, de jonge vader, begint zijn partner te slaan. De man krijgt een huisverbod. „Een schrijnend geval”, zegt CDA-burgemeester H. Bruls van Venlo over 1 van de 25 huisverboden die hij vorig jaar in zijn gemeente oplegde. „Zonder goede reden begon de man geweld te gebruiken. Mogelijk drukte de verantwoordelijkheid voor het jonge gezin zwaar en raakte hij gefrustreerd.”Trauma’s
Bruls is „zeer positief” over het huisverbod. „De maatregel biedt de mogelijkheid van een time-out. Problemen zijn bijvoorbeeld het slachtoffer, meestal een vrouw, tot aan de lippen gestegen. Er is vaak al jarenlang sprake van alcohol- en drugsverslaving, mishandeling, rare relaties, trauma’s. Als voorheen een man zijn vrouw sloeg, zat hij een paar dagen in voorlopige hechtenis en kwam hij weer op vrije voeten. Nu hebben we de mogelijkheid om iemand langer uit huis te halen. Dan kan een dader zichzelf een spiegel voorhouden. Vaak zijn dader en slachtoffer opgelucht dat er een periode van afkoeling komt. Met hulpverleners kunnen beide partijen in alle rust hun problemen bespreken.”
Cruciaal is dat zowel dader als slachtoffer gedurende de tijd van het huisverbod snel en effectief hulp krijgt aangeboden, stelt de Venlose burgemeester. „Wij werken met de zogeheten casemanager. Die coördineert na een huisverbod de hulp vanuit onder meer de gemeente, Bureau Jeugdzorg en de geestelijke gezondheidszorg. We proberen snel zicht te krijgen op de voornaamste problematiek. Als iemand werkloos is en daardoor problemen veroorzaakt, zal het weinig zinvol zijn om een therapie aan te bieden. Beter is om eerst de werkloosheid aan te pakken.”
Vuisten
In situaties van huiselijk geweld is de „dader ook vaak slachtoffer”, signaleert Bruls. „Geweld kan ín je zitten, maar meer dan eens is er sprake van hardnekkige psychiatrische en sociale problemen, al vanaf de vroege jeugd. Mensen reageren frustraties af. Niet met woorden, maar met vuisten. Ze gaan daar jarenlang vrolijk mee door. Dat een dader ook slachtoffer is, ontslaat hem natuurlijk niet van zijn verantwoordelijkheid. Hij moet zijn handen thuis houden.”
In Venlo kregen vorig jaar „relatief veel” allochtonen een huisverbod, beaamt Bruls. Hij zegt voorzichtig met die cijfers te willen zijn. „We hebben het over in totaal 25 huisverboden. In verhouding zitten daar veel allochtonen bij, maar ik wil daar geen beleidsmatige conclusies aan verbinden.”
Bestaat het risico dat een huisverbod weinig zoden aan de dijk zet en dat de dader op de lange termijn weer vervalt in gewelddadig gedrag achter de voordeur?
„Die mogelijkheid is er. Het huisverbod is nog maar een jaar ingevoerd. Dus we moeten nog zien wat de maatregel op de langere termijn oplevert. In ieder geval is mijn eerste indruk positief. In slechts 1 van de 25 gevallen zijn na het huisverbod zijn voor zover bekend weer klappen uitgedeeld. Natuurlijk kan de overheid geen sociaal geluk garanderen. Mensen zullen vooral zélf thuis hun problemen moeten oplossen. Wel moet de overheid verantwoordelijkheid nemen. Het feit dat er altijd misdaad, als katholiek zeg ik zonde, in de wereld zal zijn, is geen excuus om maar niet in te grijpen.”
Smetvrees
Burgemeester E. C. Bakker (D66) van Hilversum ziet het huisverbod „in vele gevallen als een heel nuttig” wapen in de strijd tegen huiselijk geweld. „Je wilt niet weten wat je soms te horen krijgt van politiemensen. Er zijn schrijnende gevallen. Denk aan zaken als gok- en drugsverslaving. Het is goed dat er een mogelijkheid is om een afkoelingsperiode in te stellen. Waarbij je bijvoorbeeld kinderen kunt beschermen tegen geweld.”
In Hilversum werden in 2009 28 huisverboden opgelegd. Ze keer was er sprake van een verlenging tot een maand. In één geval betrof het een vrouw. „Ze leed aan smetvrees; waste haar kinderen met chloor.”
Kan een huisverbod een te grote inbreuk op de privacy zijn? „Ik hecht zeer aan privacy voor burgers, maar er kunnen situaties zijn waar de overheid wel degelijk moet ingrijpen. Dan zijn verhoudingen ernstig verstoord en proberen we grotere rampen te voorkomen.”