Tot die slotsom komt de Inspectie Jeugdzorg, die op verzoek van minister Hirsch Ballin van Justitie deze specifieke situatie bestudeerde.De inspectie meldde donderdag dat de vereniging Wereldkinderen en Stichting Kind en Toekomst binnen de mogelijkheden handelden bij de adoptie van deze kinderen uit een weeshuis in Guizhou, een provincie in het zuiden van China.

Onder meer het actualiteitenprogramma Netwerk meldde twee jaar geleden dat tussen 2001 en 2007 in dit bewuste kindertehuis niet alleen vondelingen, maar ook kinderen leefden die door de overheid bij hun ouders waren weggehaald en dus op oneigenlijke gronden in het adoptiecircuit zouden zijn beland. Justitie meldt dat een hoge Chinese functionaris onlangs Nederland bezocht en toen duidelijk maakte dat geen van deze zeven kinderen hierbij betrokken is.

Hirsch Ballin liet de Kamer gisteren weten dat organisaties ook altijd de contacten met een land kunnen beëindigen bij een te groot risico op onregelmatigheden.

Volgens de Inspectie Jeugdzorg is er een spanningsveld en hebben organisaties die bemiddelen bij adopties niet altijd de mogelijkheid te controleren of gegevens betrouwbaar zijn. Bij twijfel moet dan ook altijd het ministerie worden ingeschakeld, waar de Centrale Autoriteit zich bezighoudt met adopties.