Binnenland

Hij heeft míjn leven gered

„Hij heeft míjn leven en dat van twaalf andere onderduikers gered.” Nico Bino schiet nog vol als hij eraan terugdenkt wat Kees den Hollander in de oorlog voor hem heeft betekend. Gisteren werd Den Hollander met zijn vrouw Pie en zoon Dirk postuum geëerd met de hoogste Joodse onderscheiding, de Yad Vashem. „Elk eerbetoon doet tekort aan de moed en liefde van deze mensen.”

Evert van Dijkhuizen
7 March 2003 09:37Gewijzigd op 14 November 2020 00:11

De synagoge van de liberaal Joodse gemeente in Den Haag -een passender locatie is nauwelijks denkbaar- was donderdagmiddag het decor voor de plechtigheid. De onderscheiding voor de familie Den Hollander werd in ontvangst genomen door Kees den Hollander, kleinzoon van Kees en zoon van Dirk. „Ik vind dit buitengewoon eervol. Jammer dat mijn opa en mijn vader het zelf niet kunnen meemaken.”

Nico -eigenlijk Nathan- Bino, die tijdens de oorlog 2,5 jaar bij de familie Den Hollander ondergedoken was, maakte het postume eerbetoon gistermiddag mee. Hij vindt het nog steeds „onvoorstelbaar” wat de familie Den Hollander presteerde. „Ze woonden met z’n drieën -Kees, Pie en Dirk- in een niet al te groot huis aan het Westeinde in Den Haag. Er kwamen maar liefst dertien onderduikers bij. De familie Den Hollander ving ze met gevaar voor eigen leven gastvrij op. Het huis zat tjokvol. Pie moest elke dag naar vier verschillende bakkers om brood te halen, anders zou het grote aantal bewoners opvallen.”

Vader Kees den Hollander was een persoonlijkheid, herinnert de 77-jarige Bino zich. „Een ijzervreter die altijd sterke verhalen had. Niet dat hij overdreef, maar de man maakte veel mee. Hij had een erg goed woordgebruik en vertelde graag. Dat was voor ons als onderduikers een prettige afleiding.”

Kees viel als jongen al op, weet Bino uit de verhalen. „In Dirksland, waar hij opgroeide, waren nogal wat paarden. Als er één wild werd, riepen ze Kees erbij. Die hoefde het paard alleen maar strak in de ogen te kijken en het werd rustig.”

Den Hollander, boerenzoon, verhuisde in de jaren dertig naar Den Haag en begon daar een groente- en fruitzaak. Tijdens de oorlog zette hij zijn deur voor de ene na de andere Joodse onderduiker open.

In september 1944 dreigde het fout te gaan. De Economische Controle Dienst deed een inval in de woning van Den Hollander, maar die was vlak van tevoren gewaarschuwd door een verzetsgroep. Alle onderduikers konden op tijd ontsnappen. Toen de kust veilig was, keerden ze weer terug, maar niet voor lang.

In januari 1945 ging het echt fout. De beruchte Jodenjager Kaptein en zijn groep stonden onverwacht bij Den Hollander op de stoep. Vijftien aanwezigen -zoon Dirk was als enige niet thuis- werden gearresteerd. De dertien onderduikers verdwenen naar Westerbork. Kees ging op transport naar een Duits concentratiekamp, maar sprong net voor de grens uit de trein. Nadat hij bij een boer andere kleren had gekregen, liep hij 150 kilometer naar huis. Terug in Den Haag ontdekte Kees dat zijn vrouw in het ziekenhuis was beland. Voor niets en niemand bang ’bevrijdde’ hij Pie en dook samen met haar onder bij familie.

„Er is moed, geloof en liefde nodig om zoveel onderduikers te helpen”, blikt Bino emotioneel terug. „De familie Den Hollander hield vertrouwen in een goede afloop van de oorlog, ook al wezen de omstandigheden alleen maar op het tegendeel.” Ondanks alle misère gebeurden er ook leuke dingen, aldus Bino. „Zoon Dirk hield erg van chipolatataart. Midden in de nacht organiseerde hij een taartfeest.”

Als Bino terugdenkt aan de jaren ’40-’45 is het vooral de angst die weer boven komt. „Je had constant het gevoel van dreiging; je kon elk moment worden opgepakt.” Toen dat daadwerkelijk gebeurde en Bino in Westerbork belandde, viel hem het verschil met de mensen in Den Haag op. „In Westerbork zagen de mensen er goed uit, ook al zaten ze in een kamp. Ze kregen genoeg te eten. Er was melk en er waren aardappelen. In Den Haag niet. Daar werd verschrikkelijke honger geleden.”

Na de oorlog ging Bino economie studeren. Hij kreeg een baan bij De Bijenkorf en eindigde zijn carrière als inkoopleider bij de Hema. „Ik heb enorm hard gewerkt in m’n leven. Achteraf denk ik: om de oorlog te verdringen. Ik kan nog steeds geen boek lezen of film zien over de oorlog. Het was zo’n ingrijpende periode, je blijft ermee leven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer