Celstraffen geëist tegen broers Putten
De officier van justitie in Zutphen heeft gisteren tegen de broers H. W. S. (35) en P. G. S. (28) uit Harderwijk celstraffen van 21 maanden geëist.
De 26-jarige medeverdachte G. L. R. uit Putten zou volgens het openbaar ministerie een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, moeten krijgen.Het drietal stond gisteren terecht op verdenking van afpersing op 2 augustus vorig jaar. Om 100 euro te krijgen, werd het slachtoffer een mes getoond dat in zijn paspoort werd gestoken. Daarna zou R. hem traangas in het gezicht hebben gespoten. Een uur nadat hij het geld had afgegeven, deed de man aangifte bij de politie.
Het incident had plaats nadat het viertal een week lang gezamenlijk drank en drugs had gebruikt.
Het slachtoffer, een vriend van de broers, had eerst drie weken bij hen in Harderwijk gelogeerd. De moeder van de broers zette hem echter het huis uit. Vervolgens vergezelde hij de 26-jarige R. naar zijn woonplaats Putten.
Afgesproken was dat de man zou meebetalen aan eten en drinken. Hiervoor had hij al wat geld aan R. gegeven en ook had hij boodschappen gehaald. Volgens R. was het „wel goed zo”, maar de broers eisten opnieuw geld.
Wat er precies is gebeurd, kon geen van de drie verdachten navertellen. Vermoedelijk leidde de roes van drank en drugs in combinatie met weinig slaap tot de afpersing.