Minieme stijging inkomsten PKN
Ook in 2009 hebben minder mensen meer geld gegeven aan de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De gemiddelde toezegging in 528 geanalyseerde gemeenten in de PKN lag in 2009 3,7 procent hoger dan in 2008. Wel was het aantal gemeenten waar de bijdragen daalden (48 procent) veel groter dan in 2008 (23 procent).
Dat concludeert de Raad voor de Plaatselijke Geldwerving in de Protestantse Kerk bij de start van de actie Kerkbalans 2010. Woensdag is daarvoor in de Utrechtse Jacobikerk de aftrap gegeven.De actie Kerkbalans is de grootste geldwervingscampagne in Nederland, waaraan vijf kerkgenootschappen meedoen: de Rooms-Katholieke Kerk, de Protestantse Kerk in Nederland, de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, de Remonstrantse Broederschap en de Oud-Katholieke Kerk.
Jaarlijks doen in de PKN zo’n 1400 gemeenten mee aan de actie Kerkbalans. Een exact aantal is volgens de Raad voor de Plaatselijke Geldwerving niet te geven omdat niet alle gemeenten zich melden voor de bestelling van het landelijke foldermateriaal. Van de 1750 gemeenten in de PKN hebben er 528 (ongeveer 30 procent) een vragenformulier over Kerkbalans 2009 ingevuld. Op grond van de gegevens van deze gemeenten kan de Raad voor de Plaatselijke Geldwerving conclusies trekken voor het totale geefpatroon in de PKN. In euro’s uitgedrukt boekten de 528 gemeenten samen een zeer geringe stijging in toezeggingen: 0,02 procent (ruim 15.000 euro). In 2008 lag de werkelijke bijdrage echter 2,9 procent hoger dan het bedrag dat aanvankelijk werd toegezegd. Ook voor 2009 wordt verwacht dat er uiteindelijk meer gegeven wordt dan werd toegezegd.
De gemiddelde toezegging per adres lag vorig jaar op 221,97 euro tegenover 214,07 euro in 2008, wat een stijging van 3,7 procent betekent. Het aantal toezeggers ten opzichte van 2008 is gedaald met 3,5 procent. Opnieuw is dus, evenals vorige jaren, de conclusie dat minder mensen steeds meer geven aan de kerk.
Een groot aantal gemeenten werd bij de actie Kerkbalans 2009 geconfronteerd met duidelijk hogere of juist lagere toezeggingen. De hogere toezeggingen zijn vaak een gevolg van een oproep van de plaatselijke gemeente of een andere manier van actievoeren. Gemeenten die in 2009 geconfronteerd werden met lagere toezeggingen noemen als oorzaken onder meer ledenverlies, verhuizing van gemeenteleden, overlijden van leden die een hoge bijdragen gaven, vergrijzing van de gemeente of het afhaken van jongeren. In enkele tientallen gevallen wordt de kredietcrisis als voornaamste oorzaak genoemd.