Glunderen om hereniging met Koolhoventweedekker
De Tweede Wereldoorlog maakte een resoluut einde aan wat ooit de ‘tweede’ vliegtuigfabriek van Nederland was: die van Frits Koolhoven aan de Rotterdamse Waalhaven. Gisteren herleefde een klein onderdeel van die vooroorlogse periode. In het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg werd een replica onthuld van een van Koolhovens bekendste vliegtuigen.
Al kan hij bijna niets meer zien, toch kijkt de 95-jarige M. M. van Beek met glinsterende ogen naar de Koolhoven FK.51. De oud-militair is de enige nog in leven zijnde vlieger die met het toestel gevlogen heeft. „In 1940 heb ik voor het laatst een FK.51 gezien. Wat prachtig dat ik dit nog mag meemaken.”Van de FK.51 werden er voor de oorlog 160 gebouwd. Het overgrote deel van deze lesvliegtuigen kwam in dienst bij de luchtvaartafdeling van het Nederlandse leger, de Marine Luchtvaartdienst en bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Van Beek: „Het was een fijn toestel om te vliegen. Toch was het in het begin wel wennen: dit vliegtuig ging een stuk sneller dan lestoestellen waarmee we eerder vlogen.”
Verloren gegaan
Ondanks de flinke aantallen FK.51’s die gebouwd werden, overleefde er niet één de oorlog, zegt luchtmachthistoricus Jan Janssen. „Tijdens de oorlog is er veel verloren gegaan. Bovendien was men voor en net na de oorlog vooral bezig met het continu verbeteren van vliegtuigen. Men dacht eenvoudigweg niet aan het bewaren van historische toestellen.”
De bouw van een replica van de FK.51 past volgens Janssen in de trend om meer aandacht te schenken aan de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis van voor de oorlog. „Zo word er nu ook een Fokker C.X nagebouwd, een andere tweedekker uit de jaren dertig.”
Gift
Dat er maandag in Soesterberg een FK.51 gepresenteerd kon worden, had vooral te maken met een gift van oud-luchtmachtcommodore John Vermeulen (94). Die bepleitte acht jaar geleden de bouw van het toestel, omdat er naar zijn smaak bij de Nederlandse luchtvaartmusea te veel aandacht uitging naar vliegtuigfabrikant Fokker. Vermeulen: „Terwijl Koolhoven ook een grote fabriek had en geniale vliegtuigen ontwierp. Het Nederlandse leger bestelde echter meestal zijn toestellen bij Fokker.”
Vermeulen kan het weten: dankzij het tweede huwelijk van zijn moeder met Koolhoven werd hij stiefzoon van de vliegtuigbouwer. „Ik heb bij hem in huis gewoond en kwam in 1936 in dienst bij de fabriek.” Van de luchtvaartindustrie op het vliegveld bij de Rotterdamse Waalhaven bleef echter op 10 mei 1940 weinig over: al op de eerste oorlogsdag ging de Koolhovenfabriek in vlammen op.
Vermeulen, die zelf als gevechtsvlieger actief was tegen de Duitsers: „Dat was ontzettend jammer. Koolhoven had zijn bedrijf met hard werken opgebouwd. Het was een fijne man, een goede baas. Vaak zat hij ’s avonds thuis nog schetsen te maken van nieuwe vliegtuigen. De FK.51 was een van zijn succesvolste ontwerpen.”
De 161e gebouwde FK.51, zoals het gisteren gepresenteerde vliegtuig volgens Vermeulen moet heten, is zonder bouwtekening geconstrueerd. „Die zijn tijdens de oorlog verloren gegaan”, zegt projectleider Harry van der Meer. De gepensioneerd medewerker van luchtvaartmuseum Aviodrome stak duizenden uren in de totstandkoming van de replica. „Door foto’s van het toestel vele malen te vergroten zijn we tot betrouwbare aannames gekomen van de afmetingen.”
Specialistische bedrijven zorgden ervoor dat de belangrijkste onderdelen van de FK.51 werden gebouwd. Van der Meer zette met enkele helpers het toestel in elkaar. Wat volgt is de verdere afbouw van het interieur. „We bouwen het vliegtuig zo solide dat het zeker honderd jaar in het museum kan blijven staan.”
Vliegen
Of het toestel ook het luchtruim gaat kiezen? Volgens Van der Meer is dat niet de bedoeling. „Het is niet gebouwd volgens de strenge eisen van de luchtvaartautoriteiten. Maar ik weet zeker dat-ie kan vliegen. Of ik er in zou durven stappen voor een vlucht? Natuurlijk, zonder twijfel.”