Zonder opbouw geloof verdort kerk
Gemeenteopbouw met behulp van managementtechnieken redt het niet. Ds. Marius Noorloos kiest daarom de spirituele insteek van de gelóófsopbouw. Zijn boek ”Leven uit de Bron” verscheen tien jaar geleden en beleefde recent een zesde, vernieuwde en uitgebreide druk. „Wie de Bron verwaarloost, droogt vroeg of laat uit.”
Verdorring in het geestelijk leven – steeds meer kerkleden en ambtsdragers krijgen ermee te maken. Daarom moet er uit de Bron geleefd en geput worden, stelt ds. Noorloos.In zijn recent herdrukte boek ”Leven uit de Bron. Via geloofsopbouw naar gemeenteopbouw” (uitg. Kok, Kampen) schrijft ds. Noorloos dat er in heel wat kerkelijke beleidsplannen wel sprake is van een christelijk uitgangspunt, maar dat daarvan in het vervolg weinig en soms zelfs niets meer is terug te vinden. Deze gang van zaken lijkt op het bouwen van een fundament op de ene plaats en het ergens anders verder gaan bouwen. „In zo’n geval heeft het fundament geen functie en loopt de bovenbouw het risico na kortere of langere tijd te verzakken.”
Deze aftakeling bedreigt ook het kerkelijk huis, dat steeds minder bewoonbaar en aantrekkelijk wordt, zoals blijkt uit de omvangrijke kerkverlating en randkerkelijkheid. „Zonder een duidelijke identiteit als stevig fundament, dat het gehele bouwwerk draagt, zal de kerk steeds verder wegzakken.”
Eigen praktijk
Ds. Noorloos (70) was van 1966 tot 1991 gereformeerd predikant in Aardenburg, Wormerveer en Lelystad en vervolgens tot 2004 gemeenteadviseur voor de Protestantse Kerk in Gelderland. Sinds 2004 heeft hij zich gespecialiseerd in de samenwerking tussen predikanten en kerkenraden voor gemeenteopbouw via geloofsopbouw. Sinds 2004 heeft hij hiervoor een eigen praktijk voor advies en begeleiding. Als adviseur en begeleider van cursussen voor kerkenraden is ds. Noorloos in meer dan zeventig plaatselijke kerken actief geweest.
De formule van ”Leven uit de Bron” houdt in dat kerkenraden in een cursus van ongeveer zes dagdelen beleid ontwikkelen. Dat gebeurt vanuit bezinning en ontmoeting over drie thema’s: zelf leven uit de Bron, samen leven uit de Bron en anderen uit de Bron láten leven.
Ds. Noorloos heeft verschillende boeken over gemeenteopbouw doorgenomen en constateert dat het daarin vooral gaat om de theorie van de praktijk. „Ik be-steed ook wel aandacht aan de theorie, maar het gaat mij vooral om de praktijk van de theorie. Ik beschrijf een concreet stappenplan hoe je kunt komen tot wat ik noem een ”ervarend leren”. Het gaat om de volgorde van hart, hoofd en hand.
Ds. Noorloos werkt zijn methode praktisch uit ten behoeve van een kerkenraadsvergadering. „Er is op zo’n vergadering weinig bezinning en nog minder communicatie met elkaar. Dat is erg schadelijk. Voor menig kerkenraadslid begint de vergadering pas bij de notulen en eindigt bij de rondvraag. Opening en sluiting worden meestal niet zo belangrijk gevonden, maar het is van vitaal belang eerst tijd te besteden aan het samen beluisteren van een toepasselijk Schriftgedeelte. Tijdens mijn cursussen vraag ik aan het eind dat we ook samen danken of bidden en een lied zingen. Vandaar dat er ook enkele liederen zijn opgenomen in mijn boek. Niet om iets aardigs te doen, maar om aan te geven dat in het persoonlijk en samen leven uit de Bron het hart van het christelijk geloof en het kerkelijk leven klopt.”
Rode draad
De nieuwe editie wordt ingeleid door dr. S. Stoppels, universitair docent kerkopbouw en diaconiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Voorheen was dat –de inmiddels geëmeriteerde– dr. A. Noordegraaf.
Ds. Noorloos ziet geloofsopbouw als een rode draad in de tien jaar dat hij aan zijn project werkt. „Ik ben wars van activisme. Christus is de Hoofdaannemer, wij zijn slechts onderaannemers, zeg ik altijd maar. Het gebouw van de kerk bestaat niet uit een stapel losse stenen, maar uit een volgens Bijbelse aanwijzingen of bestek opgetrokken gebouw. Het is verrassend dat het project zo breed is aangeslagen. Gemeenten voelen kennelijk aan dat zij het moeten hebben van de Bron. Het is net als met een motor. Als er voldoende olie in zit, loopt hij soepeler, trekt beter en slijt minder”.