Nationale synode remedie voor comapatiënt kerk
Waarom blijft het zo stil na de oproep tot een nationale synode, vraagt A. Oudenaarden zich af. De toestand van de kerk is te vergelijken met die van een comapatiënt.
Wie in coma ligt, leeft nog wel, maar vertoont weinig levenstekenen meer. De kerk als een patiënt in coma, is dat niet al te zwartgallig gedacht?Laten we eens naar de patiënt kijken. Over haar Hoofd niets dan goeds! De verbinding tussen Hoofd en lichaam daarentegen lijkt nog maar heel matig te functioneren. De handen willen de voeten niet wassen. Het kan de oren niets schelen wat de ogen zien. De zwakste leden sterven in hoog tempo af. Een ontstellende diagnose.
Verdeeldheid is een vorm van verharding en van geestelijke zelfoverschatting. Patiënt kerk is daar nog nooit echt van hersteld. Het patiëntendossier van de kerk bevindt zich overigens in de archieven van de apostel Paulus in zijn brief aan Korinthe: „Maar ik smeek u, broeders, door de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in een zelfde zin, en in een zelfde gevoelen.” (1 Kor. 1:10, zie ook vele andere teksten in het Nieuwe Testament). Wij staan in de gereformeerde gezindte toch voor het gezag van de Heilige Schrift? Gelden de duidelijke uitspraken van Gods Woord opeens niet meer als het over verdeeldheid gaat?
Patiënt kerk vermagert vreselijk, zowel lichamelijk als geestelijk. Diensten worden matig bezocht. Kerken lopen leeg, worden gesloopt. Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer. Een onomkeerbare ontwikkeling? Gods oordeel over de brutaliteit waarmee wij zelf door eindeloze verdeeldheid de kerk naar beneden hebben gehaald?
Verantwoordelijkheid
Groen van Prinsterer zou zeggen: „Dit onweerstaanbare van de gang der gebeurtenissen neemt de persoonlijke verantwoordelijkheid niet weg. (…) Niet het onvermogen om te wederstaan, de bereidvaardigheid om mede te werken (aan een steeds grotere chaos in de geref. gezindte bijvoorbeeld, AO), zal ten laste worden gelegd.” Dan gebeurt het. Op een dag komt er een internist bij patiënt kerk. Hij schrikt vreselijk. Hij besluit met alle betrokkenen overleg te gaan voeren, want de toestand is heel kritiek of zelfs al terminaal.
En dan zijn we bij het ongebruikelijke voorstel om een nationale synode te houden. Eindelijk gaan we weer eens met z’n allen om de tafel zitten. Zou patiënt kerk nog kunnen genezen? Hoe dan? Daarover moet het gaan. Voor mijn gevoel staat de kerk in Nederland op een tweesprong: ze gaat het heel anders doen of ze blijft zich verharden in de situatie waarin zij verkeert. En gaat ten onder.
Kan de christenheid in ons land met een gerust geweten avondmaal vieren? Het klassieke avondmaalsformulier roept ons op om te onderzoeken of we gezind zijn voortaan met ons hele leven waarachtige dankbaarheid jegens God de Heere te bewijzen. Onder meer door zonder enige geveinsdheid alle vijandschap, haat en nijd (ook kerkelijke vijandschap, haat en nijd dus, AO) van harte af te leggen, om van nu voortaan in waarachtige liefde en eenheid (ook kerkelijke eenheid dus) met zijn naaste te leven.
Duidelijke taal toch? Dit gaat ons toch allemaal aan? Als we kerkelijke haat en nijd in stand willen houden, tegen de uitspraken van ons Hoofd Christus in, spreken we dan hiermee niet een oordeel over onszelf uit? Namelijk dat onze deelneming aan het avondmaal een vorm van huichelarij is? Wordt het niet hoog tijd dat er in het kerkelijke verkeer het bord ”Einde verharding” opduikt?
Lappendeken
De gereformeerde gezindte is een merkwaardige lappendeken van allerlei richtingen en tradities, opvattingen, cultuurtjes, liturgieën enzovoort geworden. De kernvraag op een interkerkelijk contact zou moeten luiden: Zou de gereformeerde gezindte in gehoorzaamheid aan haar Hoofd Christus meer kunnen en willen zijn dan ze nu is? Meer dan een losse zandhoop van diverse gereformeerdheden?
Elk nuchter mens beseft dat de kerkelijke situatie in Nederland niet in een handomdraai teruggedraaid kan worden. Een eenheidsideologie zonder hechte verankering in de Heilige Schrift en zonder vaste verbinding met de vaste Rots van ons behoud zal nooit tot een broederlijke bezinning kunnen leiden. Gezien de nood der tijden, maar veel meer nog krachtens het gebod van Christus, zouden we het toch één keer moeten kunnen opbrengen om over onze kerkelijke hoogmoed, onze vooringenomenheid, onze haat en nijd, ons onbegrip heen te stappen.
Echte eenheid valt niet te organiseren, maar kan ook niet zonder organisatie. Maar alle tegenargumenten ontslaan ons niet van de verantwoordelijkheid om samen het goede voor Gods kerk te zoeken. Weet wat je doet, als je bij voorbaat al deelname weigert. In veel streken en steden in ons land getuigen lege kerken en lege kansels tegen ons.
De verdeeldheid is doorgaans ontstaan binnen kerkelijke vergaderingen. De kerkelijke vergaderingen in de gereformeerde gezinde zijn nu dan ook echt aan zet. Wat is hierop uw antwoord?
De auteur is lezer te Ede.