Nodig Duitse ambassadeur uit bij dodenherdenking
De officiële aanwezigheid van Duitsers bij de Nationale Dodenherdenking op 4 mei zou een goed signaal zijn, meent Bert de Bruin.
Rabbijn Evers (RD van dinsdag) pleit tegen een officiële Duitse aanwezigheid bij de Nationale Dodenherdenking in Nederland. Hoe indrukwekkend en emotioneel zijn betoog ook is, ik ben het per saldo niet met hem eens. Naar mijn mening is er wel degelijk plaats voor vertegenwoordigers van Duitsland bij dergelijke herdenkingsbijeenkomsten.Een van de belangrijkste argumenten wordt door rabbijn Evers zelf genoemd: kinderen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor de zonden van hun vaders (Deut. 24:16). Verantwoordelijkheid en schuld zijn iets anders dan bewustzijn. Alle Duitsers die ik ken zijn zich terdege bewust van het feit dat Duitsland na 1945 nooit meer zomaar een land kan worden. In Yad Vashem, op de universiteit en elders in Israël heb ik tientallen jonge (na 1945 geboren) Duitsers ontmoet. Vaak zijn zij juist naar Israël gekomen om, zoals zij dat zeggen, iets recht te zetten, een vorm van boetedoening. Velen van hen hebben hier actief deelgenomen aan herdenkingen en Holocaustonderzoek.
Het proces tegen John Demjanjuk toont weer eens aan dat Duitsland net als andere landen steken heeft laten vallen in de juridische vervolging van oorlogsmisdadigers. Toch kun je niet stellen, zoals rabbijn Evers suggereert, dat Duitsers als zodanig het gevoel van schaamte niet kunnen opbrengen. Integendeel, zou ik zeggen. Israëliërs die contacten met Duitsers hebben, zijn vaak onder de indruk van wat in het Duits zo mooi ”Vergangenheitsbewältigung” (innerlijk verwerken van het verleden) heet.
Ik denk dan ook niet dat Nederlandse sprekers bij herdenkingen hun Duitse gasten –want dat zijn ze– zouden hoeven sparen. Duitsers hebben grosso modo bewezen in veel gevallen op volwaardige en volwassen wijze met hun verleden te kunnen omgaan. Nederland heeft in dat opzicht van Duitsland –en van Frankrijk– geleerd.
Inmiddels hebben de Duitse ambassade en het Nationaal Comité 4 en 5 mei al laten weten dat de herdenking op de Dam een nationaal karakter heeft, en dat er daarom geen vertegenwoordigers van andere landen aanwezig zijn. Zelf zie ik niet in waarom wat zowel in Israël als in Nederland al jarenlang op diverse plaatsen gebeurt, ook niet op 4 mei in Amsterdam kan gebeuren.
Natuurlijk is het nog te vroeg voor Duitse toespraken of kransleggingen. Maar een stille, symbolische aanwezigheid van de ambassadeur lijkt mij niet bezwaarlijk. De Tweede Wereldoorlog was veel meer dan een nationaal-traumatische gebeurtenis voor Nederland alleen, hij was de meest massale en internationale oorlog ooit. De moord op 6 miljoen Joden vormt daarvan een van de gruwelijkste bewijzen.
Menno ten Brink, een liberale collega van rabbijn Evers, wijst er in de Volkskrant terecht op dat niet alleen de Duitsers schuld hadden en hebben aan de massamoord op de Joden, en dat er op de Dam heel goed Nederlanders kunnen staan die meer boter op hun hoofd hebben dan de Duitse ambassadeur. Verzoening, respect, en gedenken –samen, en tegelijkertijd ieder op zijn eigen individuele wijze– zijn niet hetzelfde als vergeten en vergeven.
De auteur is historicus. In 1995 emigreerde hij naar Israël.