Europees octrooi eindelijk in zicht
Eindelijk heeft de EU dan toch overeenstemming bereikt over de regels voor een octrooi dat geldig is in alle lidstaten. Invoering ervan betekent voor bedrijven dat de bescherming van hun vindingen goedkoper wordt.
Het gemeenschappelijk Europa koestert grote ambities. Het streeft ernaar om uiterlijk in 2010 zich te onderscheiden als de meest concurrerende en de best presterende kenniseconomie ter wereld. De Unie wil straks de onbetwiste nummer één zijn in de mondiale rangorde, vóór de Verenigde Staten en vóór Japan.
De regeringsleiders hebben in maart 2000 in Lissabon deze doelstelling vastgelegd en tevens een programma met een scala aan maatregelen en beleidsaanpassingen opgesteld om die te realiseren. Zij spraken verder af voortaan elk voorjaar een vergadering te beleggen om de stand van zaken te beoordelen en om eventueel bij te sturen. Over twee weken zitten de hoogste politieke vertegenwoordigers van de vijftien landen in Brussel rond de tafel voor die inmiddels gebruikelijke lentetop.
Het draait in de plannen om actiepunten als liberalisering van de markten, een toename van het percentage van de bevolking dat participeert in het arbeidsproces, het opbouwen van solide pensioensystemen, het mensen vertrouwd maken met de computer, internet en andere moderne informatie- en communicatiemiddelen, het bevorderen van innovatie, verbetering van het onderwijs en stimulansen om een onderneming te starten. Tot de beoogde aanpak behoort ook de introductie van een Europees octrooi.
Eigenlijk had er over dit laatste dossier eind 2001 al een akkoord moeten zijn. Het prijkte tenslotte al jarenlang op de agenda. Commissaris Monti, die de portefeuille Interne Markt behartigde voordat voormalig VVD-aanvoerder Bolkestein op deze post aantrad, nam halverwege het vorige decennium het initiatief tot de discussie. Pas begin deze week echter, tijdens overleg tussen de ministers die verantwoordelijkheid dragen voor aspecten op het terrein van de concurrentie, lukte het de resterende meningsverschillen uit de weg te ruimen.
Staatssecretaris Nicolaï, die namens Nederland de afrondende besprekingen bijwoonde, constateerde na afloop terecht dat de geloofwaardigheid van de EU op het spel stond. Als je blijft steken in geruzie over dit onderwerp en als je deadlines niet naleeft, toon je immers niet de daadkracht die past bij je ambities.
Een belangrijk obstakel vormde het talenregime. Portugal lag lange tijd dwars met de eis dat het elke patentaanvraag in de eigen taal wenste te kunnen lezen. Het drong erop aan zo’n document over te zetten in alle elf officiële EU-talen. Maar juist dat vertaalwerk jaagt een bedrijf op hoge kosten.
Het nu aanvaarde compromis voorziet dan ook in een veel minder omslachtige aanpak. De omschrijving van de vinding, de opsomming van alle specialistische technische details, mag worden aangeboden in, naar keuze, het Engels, Frans of Duits. Alleen een korte samenvatting zal verschijnen in alle talen.
Een tweede geschil had betrekking op de rechtspraak. Duitsland bepleitte in het geval van een dispuut een rol voor de nationale rechter. Onze oosterburen hanteerden daarbij als argument dat die over de benodigde ervaring beschikt. Het uiteindelijke besluit houdt evenwel in dat vanaf 2010 de bevoegdheid om een oordeel te vellen exclusief berust bij het in Luxemburg gevestigde Europese Hof van Justitie. Een dergelijke centralisatie voorkomt interpretatieverschillen, luidt de redenering.
Een producent die binnen het gehele gebied van de EU, met momenteel 15 en na de uitbreiding van 1 mei volgend jaar 25 naties, bescherming wil verkrijgen voor het resultaat van zijn inspanningen in de sfeer van research en ontwikkeling, behoeft dus in de toekomst niet meer in elk van de landen afzonderlijk een verzoek in te dienen, maar kan zich wenden tot één instantie, het Europees octrooibureau in München. De verwachting is dat die vereenvoudiging van de procedure het prijskaartje ongeveer zal halveren, van circa 50.000 tot 25.000 euro.
De oude nationale octrooisystemen blijven overigens bestaan. Een bedrijf dat een patent nodig acht in slechts één land of in een beperkt aantal landen, zal geen gebruik maken van het EU-traject.
De kostenbesparing leidt ertoe dat de toepassing van nieuwe ideeën sneller rendabel is. Dat geeft wellicht een impuls aan de innovatie en versterkt, in het verlengde daarvan, het concurrentievermogen, de economische groei en de werkgelegenheid. Daarbij valt aan te tekenen dat ondernemers in Europa bij het verwerven van een gemeenschapsoctrooi altijd nog veel duurder zijn uit dan hun collega’s in de VS en Japan.